Aan de eerste beleefde hij meer plezier dan aan de laatste. In dat seizoen 2004-2005 was de Brabander niet langer de stammspieler die de Duitse trainer Daum in hem zag toen hij er bij Fenerbahce zo op aandrong de spits over te nemen van Feyenoord. In een latere fase haalde Daum zelfs fel naar hem uit en betichtte Van Hooijdonk er publiekelijk van, hem in het geniep onder de duiven te hebben willen schie ten. Het versterkte de roddel nog weer eens, dat Van Hooijdonk nog nooit in zijn loopbaan een club achter zich liet zonder dat het tot heibel kwam, Warm hart Zijn profcarrière begonnen bij RBC Roosendaal, heeft Van Hooijdonk altijd geroepen dat NAC en Feyenoord de clubs zijn die hij het meest van alle een warm hart toedraagt. Na zijn Turkse omzwervingen kwam hij medio vorig jaar met de verrassende onthulling dat hij zijn loopbaan bij de parel van het Zuiden zou gaan afbouwen. Dure jongen als hij was, luidde onvermijdelijk de vraag wie zal dat betalen? Als een persoonlijke vriend van trainer Ton Lokhoff, die hem tot zijn terugkeer overhaalde, heette het dat Pi-Air zijn jeugdliefde het vel niet over de neus wilde halen. Voor een bedrag van. zoals later bleek 700.000 euro, haalde NAC niet alleen een klassespits in huis, maar tevens iemand die meedacht met het management en een beleidsbepaler was, die nu en in de toe komst bij NAC mede de lijnen zou uitzetten Het klonk allemaal mooier dan het was. De sleet leek te zitten op Pi-airs befaamde vrije trappen en zijn zakelijke ideeën ontlokten ook al geen applaus. NAC zakte ver weg in het rechterrijtje, vriend en trainer Lokhoff werd ont slagen, diens opvolger Lok liet hem weten dat hij Van Hooijdonk niet langer een basisplaats kon garanderen. Aansluitend bleek het salaris van de weergekeerde verloren zoon zo zwaar te drukken op de begroting, dat Pi-Air zich in weerwil van een nog anderhalf jaar doorlopend contract geen zorgen hoefde te maken. Zodra er een goede club kwam waarmee hij het kon vinden, mocht hij zó weg. STADION SPORTNIEUWS 2006

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2006 | | pagina 44