Ajax - FC Twente 34 Markus Rosenberg haalt Ajax uit een scoringsimpasse. Deze inzet mist het doel nog, maar een fraaie solo benut hij uitstekend. Aan de reeks doelpuntloze eredivisiewed strijden kwam in de thuiswedstrijd tegen FC Twente een einde. Daniël Majstorovic opende in de zeventigste minuut de score door zijn eigen doelman Sander Boschker kansloos te laten. Ajax scoorde in blessure tijd op eigen kracht. Markus Rosenberg rondde een prachtige dribbel af met een doeltreffend schot, dwars door de benen van de sterk keepende Sander Boschker. 'Ik had de koppen al gezien als het 1-0 was gebleven en we zelf niet hadden gescoord,' sprak Blind. De trainer was content met de zege. 'Verdedigend stond het allemaal goed,' analyseerde Blind. 'We hebben niets weg gegeven en zelf veel gecreëerd. Wat je wel merkte was dat er na de 1-0 een bepaalde angst in de ploeg sloop. Vooral vanwege het gevoel te moeten winnen. De 1-0 moest hoe dan ook behouden blijven. Door die angst kwamen we toch nog onnodig in de problemen.' Het uiterst behoudend optredende Twente legden het initiatief bewust bij Ajax. Blaise N'Kufo figureerde maar al te vaak als eenzame spits voorin. In het elftal van Rini Coolen onderhield Sharbel Tourna een pendeldienst tussen aanval en middenveld. Het solide blok dat de Twentenaren vorm den rond de as van het eigen elftal, stelde de thuisploeg vooral in staat over de flanken aan te vallen. Niet geheel toevallig stond daardoor vooral Hatem Trabelsi aan de ba sis van veel Ajax-aanvallen. De strategie van de Tukkers voorzag erin dat de toch altijd al offensief ingestelde rechtsback meermaals zijn aanvallende impulsen kon tonen. Een helft lang leek het hetzelfde liedje voor de Amsterdammers te worden. Riante kan sen van Wesley Sneijder (fraaie vrije trap, door Boschker weggetikt), Trabelsi (schot over), opnieuw Sneijder (volley in zijnet) en Yannis Anastasiou (bal rolde naast) leverden geen rendement op. Met Rosenberg in de ploeg won Ajax Einde aan scoringsloze RKC Waalwijk Ajax Kick Off

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2005 | | pagina 31