33 steevast als 'De Legerformatie uit Tsjecho- slowakije' omschreven, speelde wel een meestervoetballer. Jozef Masopust was in 1962 uitgeroepen tot Europees Voetballer van het Jaar. Wat je van hem wist was van horen zeggen en van lezen. Een legendari sche naam, Masopust. En een begaafde voetballer die, toen tegen Ajax, de nadagen van zijn loopbaan zag naderen maar slim en kundig op het middenveld strategieën bepaalde. Je herkende zowel vriendelijkheid als verbetenheid in zijn gezicht. Voor zijn nationaal elftal speelde hij niet meer. Hij had zijn plek beschikbaar gesteld aan jong talent. In het Olympisch Stadion had hij de zaakjes aardig voor elkaar. 1-1, dat was een voor Ajax ongunstige uitslag. Wanneer ik het Officieel Programma van die wedstrijd er op nablader tref ik bij de vermoedelijke opstelling een naam die ik nooit onthouden heb: Vacenovsky of Jelinek. Een geval van Vennegoor of Hesselink? Dukla maakte een week later in het Jaluska- stadion van Ajax' Cupdroom een nacht merrie. De tragisch-historische nederlaag markeerde meteen een omslagpunt voor de club. Jozef Masopust boog een ronde later tegen de latere winnaar Celtic het hoofd. Een paar jaar later ging het beter tegen Tsjechen, zij het niet zonder schrammen en scheuren. In de halve finale van 1969 trof Ajax het met de verrassingsploeg Spartak Trnava. Aardrijkskundig was die loting een verrijking want nooit eerder hadden we van Trnava gehoord. Onze aardrijkskundeleraar ook niet. Dankzij de Europa Cup wisten we die plaats nu te duiden op de kaart van Midden Europa. En dat een fabriek van auto-onderdelen de voornaamste levensbron van het stadje was. We pikten de namen van de Trnava- voetballers op. Welluidend, mysterieus, onuitspreekbaar soms: Majernik, Adamec, Kabat, Hrusecky, Svec, Kuna. Ha ha, 3-0 zege in eigen huis, de finale was zo goed als binnen! De uitwedstrijd bleek echter geenszins een formaliteit. Wat hebben we op die woensdagmiddag zitten zweten voor het televisietoestel. Gordijnen dicht, klamme handen, kloppend hart. Onze Gert Bals stompte en sloeg alle ballen uit het doel dat zo hevig bestookt werd door de Spartakanen uit Trnava als woedde er een orkaan. Eén Spartak-speler maakte zo'n in druk dat zijn naam onvergetelijk werd: Karol Dobias. 21 jaar en rechtsback maar veel meer dan alleen een verdediger. Hij zweepte met zijn offensieve rennen het hele elftal op. Onvermoeibaar en stijlvol kwam Dobias op, met na zijn doorstoten een uitstekende voorzet. In Tsjechië droeg hij een bijnaam, 'Patino', maar bij ons werd Dobias een bijnaam die toebedeeld werd aan heel goede verdedigers. Er waren zelfs families die hun kind de fraaie naam Dobias gaven, nog voordat Karol Dobias een absolute Tsjechische beroemdheid werd. Ajax overleefde Trnava, de naam Dobias wordt nooit vergeten. en Karol Dobias Piet Keizer tegen de opvallende rechtsback van Spartak Trnava, Karol Dobias. Ajax Kick Off> Sparta Praag

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2005 | | pagina 32