In de beschouwingen van alle deskundigen die de voetbalsport exploiteren heet het dat Michels excelleerde dankzij Cruijff. Daar zit wat in. Maar als niet plichtsgetrouw kleine Wim de machinerieën permanent van onmisbare ener gie had voorzien, hadden Michels èn Cruijff zo hoog en zo laag kunnen springen als ze wilden, vice-wereldkampioen was Nederland hoogst waarschijnlijk niet geworden. Zoals zonder Jan sen wellicht ook Ernst Happel niet de eeuwig heid was binnengestapt met een conduitestaat waarop het zilver prijkt van 1978. Souverein Zo souverein - om met Coerver te spreken - als Wim Jansen voetbalde, zo'n grijze muis - of misschien wel nèt zo'n grijze muis, oordeelden gemelijk zijn tegenstanders - was hij in de publiciteit. Jansen zei nooit iets of schopte open deuren in. Jansen was de verpersoonlij king van geen woorden maar daden. De pers beschouwde hij als het noodzakelijk kwaad, dat je als voetballer op de koop toenam zonder je te ergeren aan hoe het oordeel uitviel, want ze hadden er toch geen vertand van. Verder ver liepen zijn levenswandel en zijn huwelijk met Coby zo onberispelijk dat geen journalist ooit één negatief woord over hem heeft kunnen opschrijven. Wilhelmus Marinus Antonius Jan sen stelde zich op het standpunt dat hij het alleen van zijn voetbal wilde hebben. Afkomstig uit dezelf de buurt als waar Coen Moulijn werd geboren, het Oude Noorden, was hij zo Rotterdams als iemand met de oer-Hollandse naam Wim Jansen maar kon zijn; eenvoud kenmerkte hem. Wars van alles dat ook maar zweemde naar opsmuk verzocht hij de journalist die hem desondanks toch wilde 7 interviewen vriendelijk een collega-speler te nemen die meer had te vertellen dan hij, hij noemde daarbij zelfs namen. Een bundel voet balverhalen die Barend en Van Dorp schreven in die tijd bevatte ludiek een blanco pagina. Alleskunner In de ogen van de thans 58-jarige Jansen bestond er in zijn jeugd maar één club: Feyen- oord. Woonachtig aan de overkant was dat al opmerkelijk zat. Toen hij zich als achtjarige kwam aanmelden in Zuid kreeg hij de deksel op zijn neus. Want pupillen had je toen nog niet. Een kind dat wilde voetballen moest minimaal negen zijn. Hij deed er misschien beter aan dat jaartje te overbruggen bij een andere club, zo werd hem voorzichtig medegedeeld. Maar klei ne Wim schudde van nee. Hij wilde alleen bij Feyenoord spelen. Zijn afgod was Coen Mou lijn, bij wie hij zelfs om een handtekening had gevraagd. Een jaar later was hij terug en begon hij aan de ontwikkeling die hem maakte tot de alleskunner waartoe hij uitgroeide, die tijdens het WK in Argentinië zelfs noodgedwongen linksback speelde. Met Wim Feriks, Jerry Kruyt, Joop van Daele en Bram Geilman speelde hij in het beste jeugdteam dat Feyenoord ooit heeft gehad. Vanuit de A-junioren sprong hij 10 oktober 1965 ter gelegenheid van Feyenoord - Fortu- na'54 in het diepe waarin hij inclusief 422 com petitiewedstrijden 524 wedstrijden boven zou blijven drijven. 41 STADION SPORTNIEUWS 2005

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2005 | | pagina 42