Amsterdamse jongen hoort bij Ajax Daniël de Ridder Daniël de Ridder is nu iets meer dan een jaar bij de A-selectie van Ajax. De vleugelaanvaller werd na de winterstop van het vorige seizoen naar het eerste elftal gehaald. Zijn eerste wedstrijden waren een doorslaand succes en de Amsterdammer droeg zijn steentje bij aan het behalen van de 29ste landstitel. De Ridder kende echter ook wel eens tegenslag. Hij kijkt terug op twaalf maanden in het eerste elftal van wat hij 'de mooiste club van Nederland' noemt. Rosales Voorspelling Ajax - FC Den Bosch: 'Daar werd het 5-0 voor ons. Nu moeten we weer ruim winnen. Vanaf 3-0 ben ik tevreden, hopelijk met een invalbeurt van mij' tekst Joris Zandbergen foto's Louis van de Vuurst Zoals het voor heel Ajax een jaar van pieken en dalen was, waren ook voor Daniël de Ridder de afge lopen twaalf maanden vol ups en downs. 'Ik heb in ieder geval veel geleerd. Als voetballer leer je elke dag. Van be paalde spelers, of van het niveau. Ik ben er dan ook nog niet klaar mee, maar dat is logisch voor een speler van mijn leeftijd,' zegt de 20-jarige De Ridder. 'Mentaal krijg je veel te verwerken als je bij de A-selectie komt, veel meer dan in de jeugd. Dat is een proces dat je moet doormaken. Je staat als jonge voetballer op een podium. Heel Nederland kan meekijken en als er dan wat is, kan je dat niet eerst in jezelf verwerken; er wordt meteen over gespro ken op tv, of geschreven. Alles wordt uitvergroot. Dan is het soms best moeilijk om met tegenslagen om te gaan.' De grootste tegenslag waar De Ridder mee te maken heeft gekregen, is het feit dat hij lang niet altijd aan spelen is toegekomen. 'Je wil eigenlijk altijd spelen en niet negen tig minuten op de bank zitten. Als speler van 20 jaar ben je dan teleurgesteld en daar moet je mee om leren gaan. Het stadion zit vol, de wedstrijd is op tv en dan wil je laten zien wat je kan. En dat mag dan niet. Dan moet je op de training je weer bewijzen, laten zien dat je het verdient om ook een kans te krijgen. Dat is dus een belangrijke mentale les: altijd scherp blijven en niet je kop laten hangen.' De ideale positie voor De Ridder is rechts buiten en voor die plek haalde Ajax in het begin van dit seizoen Mauro Rosales uit Argentinië. De olympisch kampioen doet het prima op de rechtervleugel, weet ook De Ridder. 'Mauro is een erg goede rechtsbuiten. Ik probeer van hem te leren en we zijn ook goed bevriend. Maar we zijn andere types als voetballer. Mauro speelt 'in de bal', heeft vaak zijn tegen stander in zijn rug en hij is erg wendbaar. Ik ben meer een speler die 'face to face' zijn verdediger opzoekt en dan de een-te gen-een aangaat. Dus ik vind dat ik wel degelijk de concurrentie met Rosales aankan, omdat je op die positie variatie ook wel nodig hebt. Ook zou een van ons tweeën naar de linkerkant kunnen gaan. Dat beheersen we allebei. Dan kunnen we naar binnen komen en met rechts schieten. Tegen Vitesse (1-0 voor Ajax, red.) voor de winterstop speelden we het laatste stuk op die manier, Rosales op links en ik op rechts. Toen ging er veel dreiging van de aanval uit.' Het is echter niet zo dat de Amster dammer, die vorig jaar zijn Gymnasium opleiding afrondde en er in slaagde de overstap naar het eerste van Ajax te maken, de afgelopen twaalf maanden al leen maar met een wat onbevredigd gevoel ue recntsDuiten maakte zijn debuut in de ArenA tegen NEC. Kick Off q AJAX - FC DEN BOSCH J

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2005 | | pagina 9