Historie Der Bomber pei >V»oti jckonnt cJR X 23 en de ballenjongen Door David Endt In het voorportaal van het Olympisch Stadion wachtten we zittend op wankele houten bankjes het fluitsignaal van de scheidsrechter af. Daar weerkaatste het door de fantasieloze catacomben. Naar het veld. Door het tunneltje, langs het ijzeren hek dat voor ons werd openge houden. Voorbij noodtribunes. De met mensenlijven gevulde krater verwijdde zich. Uitverkocht huis! Het publiek reageerde op de bewegingen in de mond van de spelerstunnel. Het verwachtings volle gejoel greep om zich heen, sloot ons in. We stapten over de drempel van de grasrand. Diep in het heilige gebied. Stevig en trots klopten onze harten. En vormden de erehaag. Toen werd het kabaal klaroengeschal. De mensen ontdekten rood en wit, helder en krachtig. En ze ontdekten blauw en rood, sterk en gewapend. Daar waren ze voor gekomen, niet voor de aankondiging waarvoor de ballenjongens hadden gezorgd. We draaiden onze nekken, keken naar de aanvoerders. Johan Cruijff en Franz Beckenbauer. Pardon? Jazeker, Cruijff en Beckenbauer, de twee beste voetballers van de globe! En achter hen kwamen al die andere toppers. Ajax - Bayern München. Kwartfinale Europa Cup. Voor Landskampioenen! De eerste van twee wedstrijden. Anders dan het circus van de hedendaagse Champions League. Onveranderde emoties. Twee "wereldteams", een kwart finale van finale-allooi. Ik stond aan de "Bayern-kant" en zag ze met de smalle kaken van concentratie voorbij komen. Na Kaiser Franz: Uli Hoeness, Paul Breitner, Johnny Hansen, Rainer Zobel, Georg Schwarzenbeck, Willy Hoffmann, Bernd Dürnberger, Sepp Maier. Ik kende ze allemaal. Elke dinsdag kocht ik in de kiosk onder het viaduct van de Johan Huizingalaan Der Kicker, het Duitse voetbalweekblad. Bayern had geen geheimen. En... Gerd Müller. Fenomeen, der Bomber. Aartsvader van de doelpuntma- kers. Die had ik aan het begin van het seizoen ook al zien spelen tegen Ajax. Op zo'n zoetzachte zomeravond die gebo ren is om vriendschappelijk voetbal te spelen. Het duel volgde op een Ajax- bezoek aan Duitsland, een week eerder. 5-0 patje hadden ze gekregen. Bayern wel te verstaan. De Ajax-show in het oude kleine stadionnetje was even overweldi gend als vernederend voor de Duitse kam pioenen. Maar in Amsterdam waren ze .--v -c Gerd Müller, der Bomber, scoort in München tegen Ajax. gewapend, beter in conditie misschien. Met Ajax werveltotaalvoetballend kwam opeens Gerd Müller aan de bal. Vóór de middenlijn. Géén buitenspel. Ajacieden in de achtervolging op die gedrongen spits die volgens de kenners alleen maar in de buurt van de penaltystip in stelling kon worden gebracht. Nou, vergeet het maar. Niemand haalde Gerd in. Zijn ren was een wedren tegen de atletischer veronder stelde achtervolgers. Niemand kon hem bijhalen en de man die hij tegenkwam heette Stuy en werd simpelweg gepas seerd. De Meer de mond gesnoerd. Het was vriendschappelijk, maar toch erg om het echie. Ajax won met 2-1 maar de vijftig-metersprint van Der Bomber was onvergetelijk geweest als een spannende thriller. Prachtig ook. Ogen dicht en ik zie het weer gebeuren. Het speelde mee bij de kwartfinale van 1973. Daar kwam mijn Müller voorbij. Lang haar, toch wat groter dan ik hem van afstand had ingeschat. Oef, die kuiten. Ik keek hem aan, zijn ogen passeerden de mijne. Op deze avond kreeg Müller nergens een metertje ruimte en Bayern München kreeg weer patje. Wij langs de lijn waren kroongetuigen van één van de meest imponerende overwinningen van het magistrale Ajax. Voetbal op topniveau, zo dicht langs de lijn zag je hoe snel de bal ging, hoe gaaf de techniek was. Onbereikbaar voetbal. Patje dus. 4-0. We juichten langs de lijn. Kraaiende kroongetuigen vermomd als ballenjongens, bijna-deelnemers! Gerd Müller stapte het veld af. Een verslagen spits, lege buidel. Maar nog steeds een fenomeen en nog lang niet uitgedoelpunt. Ik bleef op dinsdag Der Kicker kopen en ik bleef Der Bomber volgen. Op 28 september van dit jaar was ik in het Olympiastadion bezig met het lange wach ten van voor de wedstrijd. Fantasieloze catacomben. Een man liep voorbij. Wat gedrongen maar kwiek van pas. Bril, grijs baardje, de kraag van zijn adidas-jas hoog opgeslagen. Anoniem in alles. Onze ogen troffen elkaar. 'Herr Müller?' Hij kende mij niet maar keerde zich beleefd naar mij toe en drukte het ballenjongetje in Ajax-kostuum vriendelijk de hand. Kick Off AJAX - FC BAYERN MÜNCHEN

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2004 | | pagina 22