Historie
Het beloofde land van Jan Wouters
Connie Musch was ter plekke. Compleet met cameraploeg. Niet om een verkiezingsoverwinning in woord en beeld
te brengen, niet om kond te doen van een busbomaanslag en ook niet om Nederland deelgenoot te laten zijn van de
viering van Jom Kippoer. Nee, Connie Musch, gedetacheerd reporter van RTL, was uitgerukt omdat Ajax voet aan het
Beloofde Land zette. En zijn blije gezicht verried dat hij gelukkig was met eens niet een bloedomrand onderwerp.
tekst David Endt
De avond was al gevallen en de reis was
lang geweest. 1999, UEFA-Cupvoetbal in
Israël, wat Ajax betrof was dat voor het
eerst. Het land was niet onbekend en zeker
niet onbemind. In de winter van 1967 was
Ajax al eens naar Israël gereisd om daar, in
Tel-Aviv, vriendschappelijk te spelen tegen
de nationale ploeg van het land. In die
jaren maakte Ajax internationale naam en
dat was een voorname reden van het
Israëlisch enthousiasme. Maar niet de
enige. Op politiek gebied bestond er een
niet officieel bekrachtigde maar wel voel
bare band tussen Nederland en Israël. Ten
tijde van de Zesdaagse oorlog was menig
Nederlands automobiel bestickerd met de
tekst: "Wij Staan Achter Israël".
Kwam het ook omdat Ajax, weliswaar on
terecht, een Jodenclub werd genoemd?
Dat zou dan misschien komen door een
voorzitter met een Joodse achternaam. Of
door een handvol spelers met Joodse wor
tels. Dat Ajax geen katholieke, geen
Islamitische, geen protestantse, geen
Chinese en ook geen Joodse club is, dat
mag onderhand als bekend worden
verondersteld. Ajax was en is een niet aan
enige gezindheid, zuil of geloof gekop
pelde voetbalclub. En in 1967 haalde ook
niemand het in zijn hoofd om de mooie
vlag met Davidster aan te schaffen om
daar op de tribune van een voetbalstadion
mee te gaan zwaaien. Of om diezelfde ster
als sieraad om de hals te hangen om daar
mee te laten zien Ajacied te zijn.
Toch zette het misplaatste aureool zich
vast. Met alle vervelende, smakeloze en
soms regelrecht kwetsende effecten van
dien. Supporters hanteerden een door
tegenpartijen vaak negatief bedoelde
bijnaam als een geuzennaam en een mare
was geboren. Eén die tot op de dag van
vandaag stand houdt, ondanks pogingen
van de club zelf om de oneigenlijke bena
ming in een juist perspectief te zetten.
De kracht van een fabel kan groot wor
den. Dat bleek bijvoorbeeld uit de aanwe
zigheid van reporter Connie Musch bij de
aankomst van Ajax in Israël, 32 jaar na
het eerste Ajax-bezoek. Ook in Israël zelf
zijn veel mensen er van overtuigd dat Ajax
een club is die sterk verbonden is aan hun
land. Hoe dat komt, of dat zo is, waarom
dat zou zijn, dat houdt vrijwel niemand
bezig. Het is voor de Israëlische voetbal
liefhebber fijn om zich een beetje één te
voelen met een topclub als Ajax, een club
waarvan petjes, vlaggetjes en T-shirts met
de vlag van hun land in omloop zijn. Werk
zo'n misverstand maar eens uit de wereld.
Ten tijde van Connie Musch is het Ajax-
enthouisiasme van de Israeli's ongekend.
Ajax in hun land is als de thuiskomst van
een verloren zoon. De populariteit is
enorm. Dat hadden we twee jaar eerder al
aan den lijve ondervonden. En het voelde
prettig. Tijdens een trainingskamp, iets
buiten Haifa, was er een overweldigende
aandacht. Rijen dik stonden de mensen de
trainingen op het veld van Hotel Dan
Caesarea te aanschouwen. Het handteke-
ningenjagen, foto's maken en aanraken
was soms letterlijk adembenemend. De
gastvrijheid was fantastisch, Ajax was
geland in een land van melk en honing. De
hernieuwde kennismaking met Israël was
als één grote innige omhelzing.
In 1999 kan de televisieploeg op het
avondlijke vliegveld van Tel-Aviv een fraai
sfeerbeeld maken van de aankomst van
Ajax dat hier is met een professionele
opdracht. Twee dagen later zal de ploeg,
die wordt getraind door Jan Wouters, het
opnemen tegen Hapoel Haifa. UEFA-
Cupvoetbal, een serieuze zaak en Ajax
moet het bijna onvermijdelijke vakantie
gevoel waar hartelijkheid en milde tempe
ratuur voor zorgen van zich af schudden.
Tijd om de schoonheid van de omgeving te
bewonderen is er niet. De neiging om de
Israëlische schonen te aanschouwen dient
onderdrukt. Voetbal is werk.
En het is mooi werk wat er wordt afgele
verd. Ajax speelt in het blauw, met witte
afwerking. Niet als eerbetoon aan de
Davidster maar omdat de kleuren van de
tegenstander vragen om het uittenue.
Connie Musch bevindt zich elders in het
land dat op deze avond de moord op pre
mier Rabin herdenkt. Vanwege die plech
tige herdenking begint Hapoel Haifa -
Ajax ook erg laat. In het Kiriat Eliezer
stadion ziet Jan Wouters zijn elftal voet
ballen zoals Mozes zijn Beloofde Land
aanschouwde: rijk, weids, hartverove-
rend. Het mooiste Ajax van dat uiteinde
lijk droeve seizoen verslaat Hapoel met
3-0. Nikos Machlas, Richard Knopper en
Brian Laudrup maken de doelpunten.
John Nieuwenburg speelt een prachtwed-
strijd. Richard Witschge voelt zich prima
in zijn element en toont het publiek zijn
technisch arsenaal. Frank Verlaat regeert
de achterhoede en Shota Arveladze tovert
met een lach op het gezicht. Rechtshalf:
John O'Brien...
De tegenstander wordt alle kanten op
gespeeld, getroffen door een vroeg doel
punt, na de minuut stilte. De Ajax-vlag
wappert, zonder oneigenlijke symbolen,
fier in de nachtwind wanneer de Poolse
scheidsrechter afblaast. Snel, onder de
douche. Buiten ronkt reeds de bus die
Ajax terugbrengt naar het vliegveld van
Tel-Aviv. Voor de deur staat een haag van
voetbalfans. Israeli's die Ajax hebben zien
schitteren en die een laatste blijk van
hartelijke gastvrijheid als afscheidsgroet
ten beste geven. Hun eigen club is versla
gen maar het is te vergeven, want de
winnaar heet Ajax.
Het zou gezond zijn wanneer het verkeerd
gebruik van symbolen, met alle bedoelde
of onbedoelde uitwassen daarvan, zou
worden gestopt.
Ajax is geen Jodenclub, net zo min als het
een Indianenclub, een Boeddhistische club
of een Mormonenclub is. Ajax is simpel
weg een voetbalclub.
Maar Ajax is ontegenzeggelijk ook een
club waar Israël iets mee heeft.
Nikos Machlas, Richard Knopper en Brian Laudrup maakten de doelpunten in Israël.
Kick Off -j
AJAX - MACCABI TEL-AVIV Z:>