Na de doorbraak van de generatie die in iggs de UEFA Champions League won, bleef Ajax enige tijd verstoken van nieuw toptalent. De club hevelde wel degelijk jeugdspelers over naar de A-selectie, maar de pure kwaliteit om op het hoogste niveau te slagen, ontbrak. Even werd gevreesd dat de roemruchte Amsterdamse kweekvijver dreigde op te drogen. Gelukkig voor Ajax wist één grote vis zich ondanks het zakkende waterpeil in die periode in leven te houden. Zijn naamRichard Knopper. WASDOM Ti AST Richard Knopper is het middelpunt van een Fries feestje na zijn treffer tegen RKC Waalwijk. Met een beetje fantasie kun je stellen dat hij er verantwoordelijk voor is dat het Ajax-publiek nu geniet van Rafael van der Vaart, Wesley Sneijder, John Heitinga, Nigel de Jong en Maarten Stekelenburg. Zij profiteerden er immers van dat Knop per (26) de bijna dichtgeslipte geul tus sen De Toekomst en De ArenA begaan baar hield. Want in plaats van dat de vij ver helemaal droog kwam te staan, werd deze net op tijd van vers water voorzien. Water, dat daarna weer rijkelijk door de geul kon vloeien en waarin het voor de huidige toptalenten van Ajax heerlijk spartelen was. Het is daarom des te spij- tiger voor Knopper dat zijn 'reddings- operatie'zich latertegen hem zou keren. Want diezelfde talenten zorgden er voor dat Ronald Koeman hem na 67 duels en 19 goals voor Ajax moest vertellen dat hij overbodig geworden was bij de club, waar hij zijn hart aan verpand had. Hoe anders was zijn situatie in december 1998, het moment waarop Jan Wouters het roer van Morten Olsen bij Ajax over nam en vanaf het eerste moment zijn vertrouwen uitsprak in de aanvallende middenvelder. Indien fit speelde Knopper alle wedstrijden onder de oefenmeester, waarmee hij in het tweede elftal al zo prettig samenwerkte. Een luxepositie vergeleken bij zijn status onder Olsen. Die had Knopper weliswaar op 9 novem ber 1997 uit bij Sparta laten debuteren, maar verder gunde de Deen hem weinig speelminuten in hetjaardat volgde.„Het ontslag van Olsen kwam me dan ook niet verkeerd uit", blikt Knopper als speler van Ajax' tegenstander van vandaag terug. „Wouters kende mij door en door en had alle vertrouwen in me." Dat vertrouwen beschaamde Knopper geenszins. Want in de tijd dat Ajax leed aan het'post-successyndroom'van het tijdperk Louis van Gaal en naar een tegenvallend niveau afgleed, beleefde de aanvallende middenvelder zijn hoogtij dagen. In het eerste halfjaar onder Wou ters groeide het talent gestaag door om een seizoen later tot volle wasdom te komen. „Dat jaar is me nog het meest bijgebleven. Ik speelde 33 wedstrijden en maakte als 'nummer tien' vijftien goals. Aan dat seizoen word ik nog altijd herin nerd. Het vormde echt het hoogtepunt van mijn tijd bij de club." Tegelijkertijd was datzelfde jaar ook het dieptepunt. „Het team draaide voor geen meter. Daardoor werden we vaak uitgefloten door onze eigen fans. Ze stonden zelfs bij trainingen met spandoeken dat we moesten werken voor ons geld. Ik was toen 21 jaar oud en wist niet wat me overkwam." Dedrukvan de media en het opstandige zondag 23 november AJAX-SC HEERENVEEN

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2003 | | pagina 11