'We gaan voor
1
f
CLUB BRUGGE KV PAST ZICH ZO MIN MOGELIJK AAN
CHAMPIONS
LEAGUE, m
INTERNATIONALS
I 77
De spelers van
Club Brugge
formeren een
muurtje in de
wedstrijd tegen
RC Celta de Vigo.
...de eigenheid van deze volksclub die
nooit behoefte had aan grandeur en
uiterlijk vertoon en door de jaren heen
werd gedragen door spelers die stuk
voor stuk op dezelfde manier uit
blonken: door hun eenvoud.
Uit: De Goden van Club Brugge, door
Jacques Sys.
Stamnummer drie, vermeldt Club
Brugge KV maar al te graag in haar offi
ciële uitingen. Daarmee met trots onder
strepend dat het één van de oudste clubs
van België is. Het officiële oprichtings
jaar luidt 1891, toch was het pas vanaf
eind jaren vijftig dat Club Brugge voor
zichtig tot vaste waarde in de bovenste
regionen van de ranglijsten wist uit te
groeien. Stadgenoot Cercle, het 'kleine
broertje', waar Club Brugge het stadion
mee deelt, was aanvankelijk de meest
succesvolle van de twee. Na het eerste
kampioenschap van 1920, moest Club
Brugge zelfs tot 1973 wachten tot het
zich weer de beste van België mocht
noemen. Maar daarmee zijn we wel
meteen in de hoogtijdagen van de
blauwzwarten beland.
Het was onder Ernst Happel dat de Brug
gelingen hun beste periode kenden. Eind
jaren zeventig bouwde de eigenzinnige
Oostenrijker een team rond middenvel
der René Vandereyken en spits 'Raoul'
Lotte Lambert. Drie landstitels op rij (de
dubbel in 1977), de UEFA Cup finale tegen
Liverpool FC in 1976 en de Europa Cup 1
finale tegen hetzelfde Liverpool FC in
1978, vormen absolute hoogtepunten in
de Brugse voetbalhistorie. Beide finales
werden overigens verloren, maar Club
Brugge was en is de enige Belgische
club die ooit de eindstrijd van de Europa
Cup 1 bereikte.
Halverwege de jaren tachtig kenden de
blauwzwarten een nieuwe bloeiperiode
onder leiding van Henk Houwaart, die
zijn vijfjarige dienstverband onder meer
lardeerde met een landstitel, een beker
en onvergetelijke Europese eliminaties
van onder andere Rode Ster Belgrado,
Panathinaikos en Borussia Dortmund.
Opvallend was dat de Bruggelingen 'uit'
vaak klop kregen en dat thuis met een
klinkende zege wisten te herstellen.
Grote namen uit die tijd: Jan 'Caje'
Ceulemans, Jean-Pierre Papin, Frank
Farina en de toen nog jonge Mare
Degryse, vorig seizoen bij Club Brugge in
dienst getreden als technisch manager.
In de jaren negentig waren het de
onvermoeibare middenvelders Franky
Vanderelst en Lorenzo Staelens, die in
1996 de tweede 'dubbel' uit de club
geschiedenis veilig stelden.
Iedere keer als er een interland op de
internationale kalender staat, ziet Ajax-
trainer Ronald Koeman met lede ogen
het overgrote deel van z'n selectie over
alle werelddelen uitvliegen. En dan
maar hopen dat ze enkele dagen later
weer ongedeerd hun werk kunnen
hervatten. Het is een situatie die ook de
Brugse trainer Trond Sollied bekend
voorkomt.
Zes Belgische internationals (linksback
Peter Van der Heyden, centrale verdedi
ger Phillipe Clement, rechtsback Oliver
De Cock, centrale middenvelders Timmy
Simons en Gaëtan Englebert en spits
Sandy Martens) herbergt z'n selectie
maar liefst. Daarnaast beschikt hij over
een Peruaans (Andres Mendoza), Oek-
raïns (Sergiy Serebrennikov), Slovaaks
(Marek Spilar), Sloveens (Nastja Ceh),
twee Noorse (Bengt Saeternes, Rune
Lange), één Roemeens (Alin Stoica)
en twee Kroatische internationals
(doelman Tomislav Butina, Josip Simic).
woensdag i oktober
AJAX -CLUB BRUGGE KV