'Ajax-uit is altijd makkelijk' MICHAEL VAN DER KRUIS HOOPT REGEN OP ZONNESCHIJN Michael van der Kruis kwam de afgelopen maanden vooral in het nieuws vanwege zijn vermeende repu tatie als matennaaier. Toch is de 23-jarige verdediger veel meer dan iemand die zijn tegenstander kaar ten aansmeert. Hij doorliep de jeugdopleiding van Ajax, speelde drie seizoenen voor Excelsior en vecht nu met De Graafschap tegen rechtstreekse degradatie. TE r,AST Michael van der Kruis schermt de bal zodat Michael Buskermolen van AZ er niet bij komt. Je hebt negen jaar in de jeugdopleiding van Ajax gespeeld. Hoe heb je die tijd beleefd? „Ik heb een heel mooie tijd gehad, veel geleerd ook. Vooral van Arnold Mühren, die toen net was teruggekeerd van het EK 1988. Hij is de trainer die me ook altijd persoonlijk onder handen nam. Toen speelde ik nog in de spits; hij leerde me hoe ik moest afronden. Op een gegeven moment had ik het niet heel erg meer naar m'n zin bij Ajax. Ik vond dat ik als voetballer weinig te vertellen had. Ik ben vrij mondig, maar er werd niet naar me geluisterd. Al in de B-junioren dacht ik er aan om weg te gaan, maar uiteindelijk heb ik van de Ei tot en met de Ai bij Ajax gespeeld. Een supertijd, met al die toernooien die we speelden." Hoe ben je in Amsterdam terecht ge komen? „Op m'n achtste was ik helemaal idolaat van Ajax en ik vroeg m'n vader of ik een keer mee mocht trainen. Dat mocht van hem, maar ik had geen idee dat hij me naar een talentendag meenam. Op een gegeven moment kwam Spitz Kohn naar me toe om m'n naam en adres te vragen. Zo belandde ik bij Ajax, waar ik later onder meer samen speelde met Andy van der Meyde,Tim de Cler en Cedric van der Gun. Ik spreek tegenwoordig nog maar weinig spelers uit die tijd, alleen Michael Lamey nog wel eens." Je maakte deel uit van het legendarische A-elftal, dat in één seizoen slechts één keer gelijkspeelde en verder alles won? „Dat was m'n laatste seizoen bij Ajax, een elftal met Sander Keller, Ouido Lanzaat, Brutil Hosé en Kevin Bobson. Ik heb dat jaar nog maar weinig geleerd van de trainers bij Ajax. Alleen met Co Adriaanse - die ons af en toe trainde - kon ik het goed vinden. Hij kon me nog op scherp zetten. Alleen de laatste wedstrijd van dat seizoen hebben we niet gewonnen. Van Feyenoord wonnen we met 12-3 en dat was dan de nummer twee in de competitie. Het ging te gemakkelijk, we stonden nooit onder druk. Dat heeft meegespeeld bij m'n vertrek, het is niet leuk als je binnen tien minuten met 6-0 voor staat tegen Feyenoord." Hoe is je vertrek uiteindelijk tot stand gekomen? „Hans Westerhof volgde Co Adriaanse op als Directeur Opleidingen en hij zag het niet in me zitten. Ik kreeg te horen dat er teveel spelers waren in het centrum van de verdediging. Ik had toen helemaal geen zin meer om te blijven. Bij Ajax werd ik geleefd, ik wilde ook wel eens een discussie aangaan. In de jeugd werd bijvoorbeeld nóóit over voetbal gepraat. Feyenoord benaderde me voor een con tract en wilde me bij Excelsior stallen. Daar had ik weinig moeite mee, het leek me goed voor m'n ontwikkeling. Als jongetje was ik idolaat van Ajax, maar op dat moment leefde de strijd tussen beide rivalen niet zo bij mij." zondag 18 mei AJAX - DE GRAAFSCHAP SOVUTVOV'J

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2003 | | pagina 9