Patrick Paauwes
pesthekel aan
de linksbackplaats
Het lot van de duizendpoot is dat hij
zwaar wordt belast. Zwaarder dan welke
andere voetballer ook. Aan een speler die
minder veelzijdig is aangelegd dan hij,
worden vaak héél wat minder hoge eisen
gesteld. Patrick Paauwe kan ervan mee
praten.
Te linker zijde vormde Paauwe (27) ooit een
ijzersterk tandem met Paul Bosvelt op Feyen-
oords middenveld. Ten behoeve van een met
Kees van Wonderen gevormd gouden duo in
het hart van Feyenoords defensie bedroeg zijn
bijdrage later niet alleen vijftig procent, maar als
zodanig zou hij ook uitgroeien tot international.
Die status is Paauwe al lang weer kwijt. Zo
draaft het Nederlands elftal momenteel op zón
der hij er deel van uitmaakt. Want al wie laatst
door Advocaat/Van Hanegem werd opgeroe
pen tegen Tsjechië en Moldavië aan te treden,
géén Patrick Paauwe.
Enkel en alleen maar omdat hij zich voor Feyen-
oord opoffferde en omdat er betere linksbacks
bestaan dan hij is? Het lijkt er wèl op. Wanneer
het over de linksbackpositie gaat, beschikt de
bondscoach weliswaar niet over een échte
nummer vijf, maar anderen krijgen de voorkeur.
Spelers als Arthur Numan (nog stééds?), Giovanni van
Bronckhorst, de van oorsprong linksbuiten zijnde
Boudewijn Zenden en zelfs de rechtsbenige Reiziger
komen eerder in aanmerking linksback in Oranje te
spelen dan Patrick Paauwe. Misschien dat hij er daar
om nu vanaf wil?
Zelf heeft Patrick Paauwe nooit staan trappelen
om linksback te spelen. In tegendeel, hij dééd
het als de trainer het hem opdroeg. Maar God
hoorde hem brommen. Zijn mentaliteit en zijn
inzet waren steeds van dien aard, dat het altijd
goed afliep. Het kwam er dan tevens op neer,
dat de trainer een volgend keer wéér een
beroep op hem zou doen. Alleen als Paauwe
niet had gefaald, zou dat niet het geval zijn
geweest.
Bij een club als Feyenoord gebéurt het nog al
eens dat Paauwe als linksback wordt opgesteld.
Sinds Ruud Heus beschikten trainers van
Feyenoord niet meer over een échte nummer
vijf. Het waren meestal omgebouwden die de
trainer opstelde. En als er eens echte tussen
zat, was hij ziek of sneeuwblind of kwam hij,
zoals Ramon van Haaren, helemaal nooit aan
spelen toe.
Maar gelukkig voor de trainer was er altijd
Patrick Paauwe. Aanvankelijk, toen het nog om
een incidentele backbeurt leek te gaan, schikte
de voetballer zich. Het betrof veelal kortduren
de blessures of een enkele schorsing van een
collega. Zoals het een volwassen prof betaamt
kweet Paauwe zich dan van zijn taak.
Zolang hij in de veronderstelling leefde, dat het
van tijdelijke aard was, verdrong hij het gevoel
dat hij het eigenlijk helemaal niet zo leuk vond
linksback te spelen. Gaandeweg kwam de irrita
tie echter in hem boven. Waarom altijd hij, en
waarom zorgde de td er niet gewoon voor dat
Feyenoord wél over een echte linksback
beschikt?
24
STADION SPORTNIEUWS 2003