'We hebben recht op positieve kritiek' CRISTIAN CHIVU SPREEKT ZICH UIT IBMst HARF De sfeer in de selectie van Ajax is goed. De spelers gaan voor elkaar door het vuur en onderling wordt er veel gelachen. De prestaties zijn navenant. Nu al staat vast dat Ajax tot aan de laatste speeldag mee zal strijden om het landskampioen schap. Desondanks is de berichtgeving omtrent de club niet bijzonder positief. Dat stuit aanvoerder Cristian Chivu tegen de borst. De jonge Roemeen vindt het onterecht en onbegrijpelijk dat er een negatieve atmosfeer rondom Ajax hangt. Het zijn belangrijke weken voor Ajax. Zowel de competitie als de Amstel Cup zitten in een beslissende fase. Dat Ajax nog op beide fronten meedoet, klinkt logischer dan het in feite is. Want de laat ste seizoenen hebben de Ajacieden hun trouwe fans niet verwend als het om het winnen van prijzen gaat. Dit jaar ziet het er echter goed uit. Ajax kan zich, ten koste van PSV, plaatsen voor de finale van de Amstel Cup. Daarin is de winnaar van Ajax 2-FC Utrecht de tegenstander. De competitie verloopt eveneens voor spoedig. Met nog negen duels voor de boeg heeft Ajax het kampioenschap in eigen hand. Voor veel Ajacieden kan het de eerste keer in hun carrière zijn dat ze kampioen worden. Onder hen Cristian Chivu. De aanvoerder van Ajax wil er dan ook alles aan doen de titel in de wacht te slepen. zondag 10 maart AJAX - DE GRAAFSCHAP I Voel je dat de druk is toegenomen nu je aanvoerder van Ajax 1 bent? „De band geeft me meer verantwoorde lijkheid dan ik gewend was. Het is, voor een jonge speler als ik, een groot iets om aanvoerder van zo'n grote club als Ajax te zijn. Mijn positie in het centrum van de verdediging vereist uiterste concen tratie. Ik weet dat de mensen nu iets ex tra's van me verwachten. Daardoor speel ik tegenwoordig nog meer geconcen treerd dan voorheen. Soms denk ik dat de mensen mijn fouten niet accepteren en het me verwijten als ik een fout maak. Maar het is toch logisch dat een speler van 21 jaar niet volmaakt is? Dat realise ren de mensen zich niet. Soms word ik te zwaar beoordeeld en dat vind ik niet he lemaal gepast. Ik doe altijd mijn uiterste best. Het verwachtingspatroon rondom mij is enorm. Ik moet met die druk leren omgaan. Soms voelt hetalsofelke bal die ik raak, perfect gaat. Maar niet altijd. Als je jong bent, handel je impulsief. Ik kan nog niet spelen als iemand van 28 jaar." Je stoort je aan de negatieve bericht geving over Ajax. Waarom? „Wij worden al langere tijd zwaar onder vuur genomen. Op televisie, bij sport programma's, in de kranten, ledereen praat over Ajax alsof het niets voorstelt. Hoe kan dat nou? We draaien een goed seizoen en staan bovenaan. We kunnen zelfs kampioen worden. We zijn dus be ter dan anderen." Vind je het niet terecht dat Ajax kriti scher wordt gevolgd dan andere teams? „Ajax is een grote club en zal altijd kritiek krijgen. Dat begrijp ik. Het probleem is dat de negatieve houding rondom Ajax voor extra druk bij de spelers, de suppor ters en andere geledingen binnen de club zorgt. Dat is onnodig omdat het beeld dat men over Ajax schetst, niet reëel is. Ik vind dat mensen die Ajax kri tisch benaderen, dat wel met open vizier moeten doen. Wij, de spelers, zijn juist gebaat bij positieve kritiek." Vind je dat het huidige team teveel de, oneerlijke, vergelijking moet doorstaan met het gouden Ajax dat in de jaren negentig de Europese velden domi neerde? „Het voetbal in Nederland is aan hevige kritiek onderhevig. Dat wordt afgewim peld op het nationale elftal en op Ajax. Maar dat is niet eerlijk. Het is niet alleen ons probleem of dat van Oranje. Het ligt niet alleen aan twee teams. Ik vind het mijn verantwoordelijkheid als aanvoer- Dat moet je natuurlijk wel in het veld afdwingen? „Mee eens. Maar waarom moeten de kri- tikasters altijd Ajax hebben, terwijl er in heel Nederland nauwelijks een betere ploeg is? Het gaat nu bijna alleen ons aan en niet richting anderen. Ajax is een club van naam en faam. Alles wat hier gebeurt, wordt breed uitgemeten in de pers. Het eerste wat spelers op maandag ochtend doen, is de krant openslaan en lezen over hun in het weekeinde ge speelde wedstrijd. Ze geloven wat ze le zen en kijken naar het cijfer dat ze krij gen. Is het goed, dan zijn ze tevreden, is het slecht, dan gaan ze aan zichzelf twij felen. Maar de commentaren zijn niet objectief genoeg en getuigen niet van een realistische kijk op het voetbal."

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2002 | | pagina 6