VOORUIT
UNIEK KADO
WspfllPi^
woensdag 19 december
AJAX - VITESSE
benaderen zijn", zei Jansen in juni
1991. „Surinaamse gezinnen bijvoor
beeld die worden benaderd door Jan
en Alleman. Laat die mensen met
rust en ga ze niet gek lopen maken
met waanzinnige uitlatingen als 'Ik
doe het beter'en 'ik haai er meer uit'."
Uiteindelijk slaagde Ajax erin de
meeste talenten aan de club te bin
den en er volgde een jarenlange zege
tocht langs nationale en internatio
nale velden.
Louis van Gaal nam op 1 juni 7997, na Ajax-Vitesse, afscheid van de club en het Amsterdamse
publiek.
daarna voor Vitesse), bracht met twee treffers het totaal op
zeven. „De met langdurig applaus begroette honderdste goal
van Ajax kwam van Gerrie Mühren", schreef Van Nieuwenhui-
zen.„Na ruim een kwartier in de tweede helft sneed de rossige
Volendammer de bal met een strak schot door Vitesses verde
diging en via de binnenkant van de paal werd keeper Beukhof
verslagen."Ook de eretreffer van de Arnhemmers werd met kla
terend applaus gehonoreerd, waarna de Ajacieden lustig door
gingen. De teller eindigde op twaalf Amsterdamse doelpunten.
Eind jaren zeventig verbleef Vitesse drie seizoenen op het
hoogste niveau.Tussen 1980 en 1989 was er een lange tussen
stop in de Eerste Divisie. In de jaren negentig wortelde Vitesse
zich stevig in de Eredivisie en deed de club dus sportief een
grote stap voorwaarts. Ook in Amsterdam wilde men vooruit
in de vaart der volkeren: doel was terug te keren naar de Euro
pese voetbaltop. Een landskampioenschap was de eerste stap.
In een met 52.000 toeschouwers goed gevuld Olympisch Sta
dion speelde Ajax op 16 juni 1991, de laatste competitiedag,
tegen Vitesse. Naaste concurrent PSV moest verliezen, maar
deed dat niet. Michael van
Praag sprak zichzelf na het
net gemiste kampioenschap
moed in en verklaarde:„Ajax
heeft een jonge ploeg met
wereldspelers die alleen nog
maar beter kan worden." Bij
elkaar houden van het ta
lentvolle elftal, dat was de
taak van het nog niet zo lang
aangetreden bestuur met
onder anderen Michael van
Praag.ArievanOsen Uri Co
ronet Zaakwaarnemer Rob
Jansen, ook toen al begelei
der van een groot aantal
Ajacieden, zag de dreiging
vooral komen van louche
types die zich voordeden als
belangenbehartigers van de
spelers: „Kijk, in Amsterdam
is er momenteel een abso
luut drama gaande, wat be
treft allerlei vreemde figu
ren die jeugdspelers aan het
Was Rinus Michels eind jaren zestig
één van de grondleggers van het suc
ces, in de jaren negentig was die rol
weggelegd voor trainer-coach Louis
va n Gaa I. Wederom figureerde Vitesse,
weliswaar in een bijrol, in een voor Ajax historische wedstrijd. Op
1 juni 1997 nam de club afscheid van Aloysius Pauius Maria van
Gaai. De mooie 4-0 overwinning op de Arnhemmers was eigen
lijk bijzaak. Het afscheid was indrukwekkend. „Hier zal ik nog
vaak aan terugdenken", stelde een geëmotioneerde Van Gaal na
afloop. „Het kon niet mooier. Als je in zo'n sfeer afscheid kan ne
men. Als je door een erehaag mag lopen van spelers waarmee je
het allemaal gedaan hebt. Want, laat ik dat vooropstellen, Louis
van Gaal had het nooit kunnen doen als ik niet de goeie mensen
was tegengekomen. Al die toejuichingen voor mij waren ook
voor hun." Een van die'goeie mensen'was vanzelfsprekend assis
tent-trainer Bob Haarms. Het mooiste kado, vond ook Van Gaal
achteraf, sneeuwde die dag een beetje onder in alle dankbetui
gingen en loftuitingen. Assistent Haarms had, zonder dat Van
Gaal het wist, alle vellen met tactische besprekingen van zijn
hoofdtrainer in een container bewaard. Eens zou het van pas ko
men. In combinatie met persoonlijke brieven en actiefoto's van
spelers ontstond een uniek boekwerk. Zelfs de benoeming tot Rid
der in de Orde van Oranje-Nassau verbleekte daarbij lichtelijk.
Erol Erdocan
Vitesse werd op 8
oktober 1978 met
4-0 verslagen.
Frank Arnesen
maakte de eerste
treffer. (Foto:
Ceorge Verberne)