niet naartoe gekomen om topscorer te worden; ik ben hierheen gekomen om straks met Feyenoord op de Cool- singel te staan." Zo spéélde hij ook. Van Hooijdonk viel tegen Sparta op met spelvreugde en uitstraling. En met de wijze waar op hij het spel, soms vanuit stand, met machtige trappen wist te verplaatsen. Hij was zowel in de lucht als over de grond constant aanspeelbaar. Hij functioneerde in de combinatie, kaat ste en liet anderen beter voetballen. Zoals het loopwonder Tomasson, die goud waard is voor de ploeg en daar door soms de scherpte kan missen om het karwei goed af te maken. Mede dankzij Van Hooijdonk kon de Deen tegen Sparta drie keer scoren. In zijn bondige commentaar wist Tomasson één ding zeker: „Het is lang geleden dat ik zo met een spits heb kunnen samenwerken." Zélf scoorde Pi-air niet tegen Sparta. Of hij daarmee zat, wilde iemand weten. „Jöh schei-uit", gaf iemand anders het antwoord voor hem. Van Hooijdonk had echter geen hulp nodig, van niemand. Hij zei: „Ik geloof dat ik zes jaar geleden bij Cel tic voor het laatst een penalty niet heb benut. Als het nu weer zes jaar duurt voordat ik er eentje mis, doe ik het niet verkeerd. De volgende gaat er weer gewoon in." „Waar het om gaat is, dat we als ploeg goed speelden. Ik heb daar wel een goed gevoel aan overgehouden. Naar mijn mening heb ik ook als aan gever wel mijn bijdrage geleverd aan de overwinning op Sparta." En zo is het. STADION S P 0 R 2 0 0 1

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2001 | | pagina 23