CO ADRIAANSE GEEFT WEER AJAX
Z'N VERTROUWDE GEZICHT
Verval kan snel gaan in de voetballerij, weten ze
inmiddels ook in Amsterdam. Was Ajax halverwe
ge de jaren negentig nog toonaangevend in
Europa, anno 2000 heeft Nederlands meest gelou-
werde voetbalinstituut de grootste moeite om zich
zelfs weer op nationaal niveau overtuigend te
manifesteren. Na de dubbel in 1998 (landstitel en
Amstel Cup dus) is het in rap tempo bergafwaarts
gegaan met de Mokumse voetbaltrots, ondanks
gigantische investeringen in kader en vooral spe
lersmateriaal. Met een zesde plaats in de ein
drangschikking van het seizoen '98/'99 en een
finish als vijfde in de voorbije voetbaljaargang
devalueerde Ajax zichzelf tot een subtopper die
alleen maar ontevredenheid (in eigen kring) en
hoon (bij de concurrentie) opriep. Het ware ver
haal van die aanzienlijke afgang staat garant voor
een geweldig interessante dikke pil, die vast nog
wel eens geschreven zal worden. Maar belangrij
ker voor Ajax zelf is natuurlijk een spoedig her
stel, een heropwaardering hinnen de kortste
keren tot wat in dit specifieke geval de traditionele
positie kan worden genoemd. Niet eens zozeer
omdat de onverwachte aftakeling bijna alle vreug
de rond het honderdjarig bestaan van de club
heeft weggenomen, maar vooral omdat Ajax geldt
als het meest professionele bedrijf binnen de
vaderlandse voetbalfamilie, niet in de laatste plaats
vanwege de beursgang als eerste Nederlandse bvo.
De begroting waarmee deze jaargang wordt
gewerkt behelst een slordige honderd miljoen gul
den en dat kostenplaatje betekent dat de druk om
te presteren enorm is. Want nog meer slechte
resultaten vertalen zich vanzelf in nog lagere koers
van het Ajax aandeel. Plus, wat toch ook financieel