I AFC AJAX ZONDA^6APRI^JA)^A^^I9 „Zelf dreef ik als voetballer grotendeels op mijn individuele kwaliteiten. Nu is het niet zo dat ik daar als trainer de nadruk op leg, maar ik vind het wel erg belangrijk. Daar beslis je toch wedstrij den mee. Die jongens die voorin spelen, moeten zorgen dat ze zo gunstig aan de bal komen dat ze de I -tegen-1 -actie kunnen maken. Dus is het zaak voor de anderen even weg te blijven, het gat niet dicht te lopen." „Krijgt een buitenspeler de bal in een gunstige positie en gaat hij dat duel aan, dan is balverlies niet erg. In principe heb je 50 kans; of je gaat erlangs of je bent 'm kwijt. Wanneer de vorm goed is, ga je er veel vaker langs. Heb je de vorm niet, dan moet je terugvallen op je taak." „Ja, misschien is dat specifiek iets van mij als trai ner. Maar ik werk natuurlijk wel in een organisa tie, met bepaalde regels en principes. Daar moet ik me aan houden, daar kan ik ook altijd op te rugvallen. Dat geldt voor m'n jongens ook. Ze moeten eerst goed in het collectief kunnen mee denken, hun waarde voor het elftal hebben. Pas dan kunnen die individuele kwaliteiten naar bo ven komen." Martin van Zaanen alle geledingen van de jeugdopleiding. Naar die si tuatie moet je als Ajax toch weer terug, daar is de club groot mee geworden. De laatste jaren lijkt het allemaal een beetje teveel voorgepro grammeerd: Van de Al naar het tweede en dan voorzichtig aan het eerste ruiken." I NAAM HOOGHOUDEN In mijn tijd hoorde je in de rust van de Al wei eens; morgen zit je op de bank bij het eerste. Daar kreeg je zo'n kick van. Toen ik zelf, begin jaren tachtig was dat, debuteerde, hadden jongens als Kieft, Silooy, Vanenburg, Rijkaard en ik het ge luk dat we met routiniers als Johan Cruijff, Piet Schrijvers en Wim Jansen mochten samenspelen. En met voetballers in de kracht van hun leven zo als Soren Lerby en Jesper Olsen. Dat was een he le goede mix van jong en oud. Die oudere gas ten stuurden je. Als die zeiden: rust, bal rondspe len, ging je er niet mee lopen en er wat leuks mee doen. Want dan kreeg je het echt wel te horen, dan was je nog niet jarig. Dat haalde je niet in je hoofd.Je ging mee in hun fanatisme. In eerste in stantie op de training, vervolgens in wedstrijden. Een zeer degelijke leerschool." „Qua niveau, qua talent is er bij de jeugd volgens mij in al die jaren niet veel veranderd. Maar ze moeten kansen krijgen. Dan zal een vaste jongen van het tweede of eerste maar eens gepasseerd worden, nou, dat moet dan maar.AlsAjax hebben we toch, in de hele wereld, een naam hoog te houden wat onze jeugdopleiding betreft. Daar heeft de club een grote verantwoordelijkheid in, denk ik. Door allerlei omstandigheden, het Bosman-arrest noem maar op, is dat ver sloft, maar daar moe ten we langzaamaan toch echt weer naar toe." I MOTIVATIE „Als een jeugspeler een keer bij het eer ste op de bank mag zitten -al gaat het maar om tien mi nuutjes invallen - wordt hij verschrik kelijk gestimuleerd. Voor zijn medespe lers geldt dat natuur lijk ook: die realiseren zich: Hé, het is dichtbij, de volgende keer kan ik het zijn. Ze moeten hun kansen kunnen ruiken, anders daalt op een gegeven mo ment de motivatie en dat werkt naar lagere leeftijdsklassen door. Ons werk op DeToe- komst is op een gege ven moment af. Daar na zouden de jongens zich moeten verder ontwikkelen door af en toe bij het tweede of eerste, mee te trainen. Want dan wordt zo'n jongen ermee geconfronteerd dat hij qua tempo en kracht tekort komt om daar vervolgens fana tieker aan te gaan werken."

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2000 | | pagina 19