6. Tijdens de wedstrijd zie je dat een toe schouwer je vrouw probeert te versie ren. Wat doe je? Knopper: „Rustig door blijven voetballen. Ze heeft op kickboksen gezeten, dus dat komt wel goed." Van Zwam: „Ik denk niet dat ik het zal zien, daarvoor ben ik te geconcentreerd met de wedstrijd bezig. Mocht ik het toch in de gaten hebben, zou ik hard moeten lachen. Nathalie, zo heet ze, is mans ge noeg om dat op te lossen." 7. Je beste vriend speelt bij de tegenstan der. In de laatste minuut van de wed strijd gaat hij alleen op het doel af. Als hij scoort, zo heeft hij gezegd, wordt zijn contract verlengd. Anders is het einde loopbaan. Wat doe je? Knopper: „Hij heeft pech, want ik laat hem niet scoren. Een seizoen is lang, hij had zijn contract beter in andere wed strijden kunnen verdienen. In het veld houd ik geen rekening met dergelijke za ken, wil ik maar één ding: winnen." Van Zwam: „Dat wordt einde loopbaan. Ja, jammer voor hem, maar tijdens de wedstrijd gelden vriendschappen even niet. Bovendien, ik ben mijn werkgever verplicht om die bal te stoppen, dat zal ik dan ook zeker doen." 8. In de laatste minuut van de cupfinale, bij een 0-0 stand, krijgen jullie een strafschop. Niemand durft 'em te ne men en plotseling kijkt iedereen jouw kant op. Kun jij die verantwoordelijk heid aan? Knopper: „Ja hoor, geen probleem. Mocht Jari Litmanen vandaag niet spelen, denk ik sowieso dat ik de penalty's neem. Ge woon hard in het zijnet aan de binnen kant van het doel, daar oefen ik ook op. Vroeger, in de jeugd, nam ik de straf schoppen al. In 1989 heb ik de penalty bokaal van de regio Den Haag gewonnen. Aan die competitie deed bijvoorbeeld ook John de Jong (FC Utrecht) mee." Van Zwam: „Ja hoor. Vier jaar geleden speelden we voor de beker gelijk tegen Go Ahead Eagles. In de penaltyserie stond het gelijk, tot de laatste twee straf schoppen. Ik hield de laatste tegen en be nutte de volgende, waardoor we naar de volgende ronde gingen. Een jaar later ge beurde hetzelfde tegen VW. Toen stopte ik echter geen één penalty en miste ik on ze beslissende strafschop." 9. Je hebt net je eerste grote prijs gewon nen en besluit je shirt niet te ruilen met je directe tegenstander, daarvoor is het te kostbaar. Als je na de huldi ging onderweg bent naar de kleedka- Arno van Zwam werd dit seizoen pas één keer Litmanenge passeerd in de onderlinge confrontaties metAjax. mer vraagt een supportertje in een rolstoel om je shirt? Geef je je shirt af? Knopper: „Ja, in dat speciale geval wel. Maar in ieder ander ge val niet, want ik hecht veel waarde aan mijn shirts. Mijn de buuttruitje, Sparta uit met rugnummer 32, heb ik in mijn ka mer opgehangen. Net als mijn tenue van de afscheidswedstrijd van Johan Cruijff." Van Zwam: „Nee. Toen ik kampioen werd in de eerste divisie, had ik mijn shirt aan mijn vrouw beloofd. Eenmaal in het feest gewoel heb ik mijn tricot echter aan een supporter gegeven. Dat is me thuis niet in dank afgenomen. Daarom heb ik dit shirt al bij voorbaat aan mijn vrouw én zoontje Sven beloofd." 10. In het feestgedruis laat je plotseling de beker uit je handen vallen? Als je 'em oppakt blijkt er een flinke deuk in te zit ten. Geef je de trofee gauw, zonder iets te zeggen, door aan een ploeggenoot of vertel je wat er is gebeurd? Knopper: „Dat vertel ik, waarom niet. Iedereen ziet het of komt er anders vanzelf achter. Zoiets kan nou eenmaal gebeuren. Ik zal er straks voorzichtig mee omgaan, want ik weet zeker dat we de beker winnen. Met minimaal twee doelpunten verschil." Van Zwam: „Ik zal het eerlijk zeggen, wat maakt het uit? Een be ker is maar een beker, het zal alleen een beetje lullig in de prij- zenkast van Fortuna staan. Ik zie een eventuele bekerzege als be kroning voor een fantastische tweede seizoenshelft. Dat blijft op je cv staan, die beker blijft in de prijzenkast achter."

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1999 | | pagina 30