De zaak van Sjaak Een leren jack en een namaak-papegaai 'Allereerst moeten we Feyenoord natuurlijk felicite ren met het behaalde kam pioenschap. Zo sportief moeten we toch ook wel zijn. Over het hele seizoen gezien hadden zij toch het meeste even wicht in de ploeg. Maar dit mag toch ook weer geen gewoonte worden. Een jaar tje is leuk, volgen de keer zijn wij toch echt weer aan de beurt. En dan hebben zij de schaal, wij kun nen de beker altijd nog pakken. Maar eerst kunnen we vandaag toch ook weer een hoop goedma ken. We spelen voor de tweede keer in korte tijd tegen Feyenoord, mis schien dat Beenhakker het nu toch wat anders gaat aanpakken. Leo is natuurlijk ook een man met een Ajax-verleden. Het was altijd lachen met hem. Dan kwam hij plotseling met een voor die tijd hele hippe spijkerbroek en een fraai leren jack. Als hij 's ochtends binnenkwam, zeiden we altijd 'zo, trainer, ben je op de motor?' Prachtig vond hij dat. Want Leo was altijd in voor een geintje. Verder hebben we nog niet zo lang geleden Peter van Vossen in de selectie gehad. Daar kon je ook altijd mee lachen. Het was altijd vaste prik dat Van Vossen en Rijkaard na de wedstrijd op een stoeltje in het schoenenhok kwa men zitten. En maar kletsen tegen elkaar. En als Van Vossen wat zei, kletste Rijkaard hem na. En anders om. Zo ging het maar door. Ik ver geleek die twee spelers dan ook altijd met papegaaien. Op een mooie dag namen Rijkaard en Van Vossen voor mij een namaak-pape gaai mee, die altijd herhaalde wat jij zei. Dan zei ik 'móge', was het even stil en hoorde je dat beest op batterijen ook 'móge' zeggen. Bij de verhuizing naar de Arena zijn we hem alleen kwijtgeraakt, hij is mee- gevlogen met een ploeg duiven!'

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1999 | | pagina 3