De Vijverberg
De drang naar professioneel
voetbal was zo groot, dat ik
bereid was mij enigszins te ver
nederen. Een beetje door de
knieën te gaan. Voor dat beetje
status, de kans om je kracht en
kunde aan de top te kunnen
toetsen en te kunnen uitvoge
len waar je plafond lag.
En er was ook nog een sluimerend
angstgevoel dat je eigenlijk niets
anders kon dan een beetje tegen
een bal aantrappen. Nog een jaar
in het tweede elftal van de club
waar ik speelde, dat kon ik niet
meer opbrengen. Het voetballen
Guus Hiddink kijkt op De Vijverberg
zorgelijk toe hoe Piet Keizer tracht
koppend te scoren. De Graafschap -
Ajax, 15 april 1974 (1-0).
op de zaterdagmiddag voor een
handjevol toeschouwers bezat geen
stimulans meer, ook al speelde je
in de grote stadions van het land.
Ik was niet de enige die dat zo
ervoer. Een van onze spelers
(Robbie, hij is nu bondscoach van
Maleisië) ging zelfs zover dat hij op
de terugweg van de wedstrijd tegen
NAC 2, PSV 2 of Wageningen 2 uit
een heupflacon een paar flinke
scheuten whisky in de blikjes cola
goot. Op de achterbank van de bus
slokte hij de cola-met naar binnen,
werd jolig en kon zelfs om André
van Duin lachen. Bij thuiskomst
stapte hij enigszins beneveld uit de
bus waarbij hij slim het contact
met de trainer vermeed. Zover als
deze Robbie ging ik niet, ook al
omdat ik van een druppel alcohol
na de wedstrijd al misselijk werd.