m
Danny Blind toont de cup na de
gewonnen finale tegen Heerenveen,
mei 1993.
stond hoog op mijn wensehli
Vliegen, zweven, los zijn vanlies,
jakkerende wind om je hoofd de
naderende aarde, het momen van
landen, hartslag hoog, triomf van
zelfoverwinning. Mijn medes) ielers
keken ook toe. Daar kwam de eer
ste. Hij zakte harder naar dijlarde
dan ik mij had voorgesteld, d, it
kwam zeker omdat ik er zo di cht
bij stond. De man smakte tegen
het gras en brak een been en 1 wee
armen. Daar kwam de volgende.
Vlak bij het linkerdoel maakte hij
onzacht kennis met het voetbal
veld. Twee gebroken benen, een
arm uit de kom. Fysiotherapeuten
en masseurs snelden naar de plek
ken des onheils. Geschrokken volg
de ik de vlucht van de laatste para
chutist en hoopte dat het niet de
laatste vlucht van de parachutist
zou zijn. Gejaagd door de wind
zeilde hij over het veld en streek
neer in een boom.
De druppeltjes zweet onder mijn
mooie shirt waren niet alleen war
ming-up-druppeltjes. Toen de
wedstrijd begon, scheurden twee
ambulances met loeiende sirenes
het terrein op. Ik speelde slecht,
apathisch. Soms hoopte ik de bal
niet te krijgen en dat was het
bewijs dat mijn zelfvertrouwen
zoek was. Ik verloor van mijzelf, ik
was niet goed genoeg.
Meneer Zalai gaf mij een hand. Hij
zou nog van zich laten horen maar
ik wist dat dat een dooddoener
was. Ik mikte het mooie shirt op
de stapel. Dag Dickie. In de trein
naar Amsterdam verloor de boos
heid over mijn slechte spel het van
de akelige herinnering aan gekleur
de vlekjes die op voetbalgras te
pletter sloegen.
David Endt