Ole Tobiasen werkt keihard aan herstel 'Het is voor mij een goede stap geweest om eerst bij Heerenveen te Met gemengde gevoelens zal Ole Tobiasen de wedstrijd Ajax-Heerenveen bekijken. De Deen speelt immer zelf niet mee tegen zijn oude club en zal slechts als aandachtig toeschouwer in de Arena aanwezig zijn. Zijn eerste optredens voor Ajax waren indrukwekkend, de rest van het verhaal is genoegzaam bekend. Een misstap, zomaar op een stukje niemandsland zonder ook maar iemand in de buurt, in de thuis wedstrijd tegen Fortuna Sittard betekende het voorlopige einde van een tot dan toe gladjes verlo pen voetballoopbaan, die Tobiasen inmiddels ook al een plek in het Deens nationale elftal had opgele verd. Ole viel, bleef liggen en moest van het veld worden gedra gen. De medici constateerden vol ledig afgescheurde kruisbanden, waarna direct een operatie in Vail, Colorado volgde. Daarna begon de eenzame herstel periode die hem langs diverse behandelkamers in Kopenhagen en Amsterdam 8 bracht. De laatste dag van maart was voor de Deen een voorlopig hoogtepunt; voor het eerst mocht hij weer op voet balschoenen rustig lopen op gras. 'En dat is echt een verademing, na al die weken in het krachthonk', vertelt de verdediger. 'Het gras is uiteindelijk toch mijn werkplek, daar moet het allemaal gebeuren.' De opluchting op zijn gezicht is groot. Tobiasen vertelt dat hij, als teamsporter bij uitstek, het flink zwaar heeft gehad. 'Opeens gaat je leven er heel anders uitzien. Niet meer met de jongens, niet meer de dagelijkse routine van de kleedka mer en de training, maar gewoon je eigen schema afwerken.' Negatieve reactie De fase die Tobiasen momenteel doormaakt, is wellicht de moeilijk ste. Teveel gaan en geven kan opnieuw dodelijk zijn. Het hoofd wil zo graag, de knie is de uiteinde lijke beslisser. 'Want als ik te ver ga, dan krijg ik meteen een nega tieve reactie, dan word je meteen tot halt geroepen door je lichaam. Een voordeel is wel dat je hier door je eigen lichaam een stuk beter leert ken-

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1998 | | pagina 8