vrouwen, meisjes nog. Allemaal
prinsessen voor één dag, één
avond. Zij danste met een char
mante jongeman, groot van gestal
te met ogen vol scherpte en vro
lijkheid. De jongeman danste goed
en hij heette Lev. Zoals zoveel
Russische jongens Lev heetten.
Maar haar Lev was bijzonder. Zij
danste met hem en zij praatte met
hem. Hij vertelde haar dat hij
sportman was. Een keeper. De
keeper van Dinamo Moskou. De
volgende zondag ging zij naar hem
kijken. En zij gingen vaker dansen
en zij ging vaker naar het voetbal.
Om te kijken naar die keeper die
haar prins was. En zij, Valentina,
werd de vrouw van Lev Ivanovic
Jashin.
Vader aller keepers
Toen ik een jongetje was, klonk de
naam Lev Jashin als een tover
spreuk. Hij was de vader aller
keepers. Een keeper werd, wanneer
hij goed was, altijd vergeleken met
Jashin. De man van het Russische
elftal had een buitengewone uit
straling. Jashin ging in het zwart
gekleed en hij had handen als
kolenschoppen. Hij droeg kniebe
schermers. Van die ouderwetse
kniebeschermers met vilten reepjes
als extra bescherming. Jashin had
ook echte keepersbenen. Lange en
slanke benen. Niet uitermate
gespierd en bonkig maar gelijkma
tig. Ver in mijn geheugen ligt een
zwart-wit wedstrijd van Engeland
tegen De Rest van de Wereld. En
Jashin stond bij De Rest onder de
lat. Het was een prestigeduel waar
in plaats was voor een lach. Op een
gegeven moment schoot een
Engelsman van dichtbij op doel.
Het was een zeker doelpunt, zo
leek het. Maar Lev Jashin pakte de
bal alsof hij een pingpongballetje
onschadelijk maakte. Pats, met één
hand, klemvast. Met verbijsterende
bijna nonchalante kalmte. De bal
plakte op zijn hand! En Jashin
lachte. Een heerlijke sportieve lach