m
rmj
NAC-keeper-met-bril. Iemand ver
overde het shirt van Cruijffie. Dat
prachtig mooie blauwe shirt van
de wonderjongen. Ik had mij voor
af kansloos ingeschat bij het buit
maken van dat kleinood en had
mijn zinnen gezet op het gaasje
waarmee Cruijffie zijn kous
omhoog had gehouden. Zo'n door
het zweet en het sponswater voch
tig - en door de valpartijen en
slidings vuil geworden gaasje dat
een koordje was geworden. De
wonderjongen had het touwtje
vlak voor het verstrijken van de
negentig minuten in het straf
schopgebied losgerukt en wegge
smeten. De hele verlenging bleef
het daar liggen, ter hoogte van de
penaltystip, wat meer naar links.
Zouden andere jongens het ook in
de gaten hebben? Ik kon niet gelo
ven dat ik de enige zou zijn. Maar
toen de veld-invasie losbarstte,
daverde de horde jongens langs
het touwtje, Het doel was de spe
lers. Een shirt van Cruijffie. Bals,
Suurbier, Keizer, Nuninga en
Muller op de schouders. Deel uit
maken van het winnende elftal. Ik
holde maar een klein eindje mee.
Ter hoogte van de penaltystip, een
16 beetje naar links, stopte ik. Mijn
ogen hadden het witte koordje niet
losgelaten, ik had het te pakken. Ik
plukte het uit het gras, ik from
melde het in mijn vuist. Ik had een
stuk Cruijff, het was gelukt!
Wonderjongen
Vanaf het veld zag ik hoe de beker
door aanvoerder Bals in ontvangst
werd genomen. Dat gebeurde op
de eretribune, een stadiongedeelte
dat zo ver weg was, dat je nooit
kon vermoeden dat jijzelf ooit,
ooit, ooit daar een plaats zou heb
ben. De eretribune was een plaats
voor be-stropdasde mannen, ge-
colberde heren, voor mensen van
de club, voor sigarenrook en hoe
den. Voor gecoiffeerde dames. Niet
voor spijkerbroekenboys als wij.
Ook de wonderjongen schudde
handen en torste de beker. De
stropdassen en colberts en de coif
fures klapten voor hem. Maar ze
konden hem nooit zo bewonderen
als wij deden, als ik deed. Ik, die
een deel van Cruijffie in mijn bezit
had. Zijn zweet. Het koordje waar
mee zesentachtig minuten lang
zijn linkerkous omhoog was
gehouden in de bekerfinale tegen
NAC!
David Endt