De zaak van Sjaak Van Lerby tot Laudrup# 'Laten we het vandaag eens over de Denen hebben. Dat lijkt me wel toepasselijk nu er hier weer zoveel van rondlo pen.' De schoenen staan weer keurig in het vet, de bolletjes en de puntjes klaar om weer in de zoden te worden gesto ken en Sjaak kan beginnen. 'De eerste Denen waren natuurlijk Sören Lerby en Frank Arnesen, die nog onder Michels hier kwamen. Dat waren in het begin nog echt jonge, verlegen jochies. Dat zou je nu niet meer zeggen als je Lerby ziet of hoort. Ze kwamen van een kleine Deense ploeg en met die twee jongens is de Deense invasie eigenlijk begonnen. Lerby was met zijn blonde pan natuurlijk het pro totype van een Deen. Wat kon die jongen schelden in het veld zeg, terwijl hij het in het begin zelf echt zwaar heeft gehad. Arnesen was een stuk rustiger. Lerby kon je altijd van kilometers afstand her kennen aan zijn houding. Altijd voorover gebogen en altijd zijn kousen naar beneden. Gewoon zonder scheenbeschermers, dan ging het bij hem het beste. De stille Het tegenoverge stelde van Lerby was Henning Jensen. Hij kwam van Real Madrid en was een echte gentle man. Ze noem den Jensen hier altijd De Stille, maar tegen mij praatte hij wel. Meestal raten we na een training nog even in de kleedkamer en als ftprtrainer dan binnenkwam, stond rhij verbaasd toe te kijken. Jensen ruimde altijd keurig zijn spulletjes op, net als Laudrup. En dat vind ik nou mooi. Zo'n jongen heeft bij elke topclub in de wereld grandioze successen behaald, maar is altijd gewoon gebleven. Nooit kapsones, en daar houd ik van. Even later stond Jesper Olsen opeens voor de deur. Nou, dat is wel even wat anders dan Kanu! Jesper had schoenmaat 37, zo klein heb ik het nauwelijks meegemaakt. Maar hij liet niet met zich dollen! Af en toe hield ik mijn hart vast als hij weer op weg was naar een paar grote tegenstanders. Maar dan hoorde je pats, pats en Olsen was er voorbij. Terwijl die tegenstanders nog op de grond lagen. Prachtig was dat! Olsen was trouwens altijd dikke maatjes met Jan Mölby. Die twee gingen altijd samen op pad. Verder hebben we nog Johnny Hansen en Dan Petersen gehad. Die zijn allebei maar kort geweest. Nu hebben we er dan weer drie. Allemaal aardige Denen, die goed passen bij dit Ajax. Altijd vro lijk, altijd wel een grapje en ze zijn hartstikke goed in hun vak. Die Tobia- sen, dat is toch prachtig, hoe goed dat gaat. Nee geef mij die Denen maar.

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1997 | | pagina 3