penseerd. Er werden enkele mooie
overwinningen geboekt op de
transfermarkt. Sunday Oliseh kon
kiezen uit een veelheid aan clubs,
maar hij prefereerde toch Ajax.
Froylan Ledezma, de Costa
Ricaanse superbelofte, werd nog
even in vertwijfeling gebracht door
Feyenoord, dat hem ook graag
wilde inlijven, maar uiteindelijk
trokken de Amsterdammers aan
het langste eind. De enige echte
teleurstelling aan dit front was het
wegblijven van Michaels broer
Bryan Laudrup. Olsen was er vast
van overtuigd beide Laudrups naar
Ajax te kunnen halen, maar Bryan
besloot toch bij de Schotse groot
macht Glasgow Rangers te blijven.
Maar zowel Olsen als de De Boers
en Van der Sar hebben weinig
Ole Tobiasen, de Deense aanwinst in
de Ajax-verdediging.
reden zich op voorhand te bekla
gen over het spelerspotentieel.
Olsen zal gaan voortbouwen op de
restanten van het door Van Gaal
aangelegde fundament. Hij zal het
roer niet rigoureus omgooien,
maar zijn hand zal niet onzicht
baar zijn. Op zijn allereerste pers
conferentie stelde hij zich beschei
den maar vastberaden op. 'Het gaat
niet om Olsen, maar om Ajax', zei
de zojuist gepresenteerde trainer
naast een glunderende voorzitter
Michael van Praag.
Louis van Gaal wordt vaak met
Rinus Michels vergeleken: beiden
zijn afkomstig uit het onderwijs,
beiden zijn streng en hechten aan
discipline en beiden boetseerden
de selectie naar eigen inzicht tot
een onverslaanbaar geheel. Toen
Michels vertrok, was dat het einde
van een succesverhaal, zo dacht
men. Ajax had net voor de eerste
keer de Europa Cup gewonnen,
toen het roer werd overgegeven
aan Stefan Kovacs. De Hongaarse
Roemeen maakte perfect gebruik
van de noeste arbeid die Michels
zich had getroost om de club toe te
rusten voor de wereldtop. Kovacs
verklaarde op zijn eerste persconfe
rentie van Michels een diamant in
handen te hebben gekregen, waar
hij een briljant van wilde maken.
Kovacs gaf de bovenmatig getalen
teerde spelersgroep alle vrijheid.
Het gevolg vulde de prijzenkast.
Onder zijn leiding won Ajax nog
twee keer de Europa Cup en één
keer de Wereldbeker. Als er ook in
het voetbal zoiets bestaat als een
zich herhalende geschiedenis, dan
zou je heel voorzichtig kunnen
hopen op een vergelijking tussen
Kovacs en Olsen.
Raymond Bouwman