verwonderlijk, wanneer men bedenkt
dat Rio Grande do Sul voor eenderde
wordt bevolkt door mensen van
Duitse afkomst en voor eenderde uit
mensen wier stamboom in Italië wor
telt. Wanneer men daarbij aanneemt
dat ieder volk een eigen voetbalstijl
heeft en dat die ook nog eens gene
tisch dominant kan worden doorge
ven aan nieuwe generaties. Ieder volk
zou het voetbal krijgen dat het ver
dient. De hele theorie is bijna even
vergezocht als de club zelf.
Behoudend
Een aardig alternatief voor de sociolo
gisch dubieuze verklaring kan liggen
in het succes dat de club altijd heeft
vergezeld en dat ooit met verdedi
gend voetbal werd behaald. Zoals het
succes Ajax conservatief heeft
gemaakt in het aanvallende voetbal,
zo kan Grêmio genoeg redenen vin
den in de statistieken om behoudend
te spelen: 31 kampioenschappen van
Rio Grande do Sul; twee Braziliaanse
bekers, een landskampioenschap,
twee maal de Copa Libertadores en
een maal de Wereldbeker. Die Wereld
beker werd in 1983 gewonnen, toen
HSV met 2-1 werd verslagen; een ver
rassing voor de kenners die zich nooit
in het Braziliaanse clubvoetbal had
den verdiept. De voorzitter heette
toen Fabio Koff. Toen Grêmio in 1995
tegen Ajax speelde om de wereldbe
ker, was Koff opnieuw sinds twee jaar
voorzitter. Het was geen toeval dat de
Duitse immigrantenzoon op die twee
meest memorabele momenten uit de
clubhistorie de leiding had. Toen hij
in 1993 aan zijn tweede periode
begon, had de club een torenhoge
schuldenlast. Koff zorgde er met een
streng beleid voor dat die schuld
werd gesaneerd. Samen met trainer
Scolari bouwde hij de selectie op uit
spelers die vaak elders op een reserve-