i
hand hadden maar vanaf het
moment dat Grêmio met tien man
door moest gaan, gingen de Brazilia
nen beter voetballen. Het had zelfs
verkeerd voor ons kunnen aflopen, al
waren we wel de betere ploeg.'
En toen: de penalty-serie. Voor een
keeper het moment om zich te kun
nen onderscheiden, het moment om
eeuwige roem te vergaren. Van der
Sar knikt. Zo is het. 'Gelukkig wist ik
iets van de strafschopmanieren van
de Gremio-spelers', zegt hij, 'Wij
hadden een videoband van een van
de wedstrijden die Grêmio speelde in
de Copa Libertadores. Daarin moes
ten ze ook penalties nemen. Twee
jongens die in in Zuid- Amerika een
strafschop hadden genomen, waren
er inmiddels uit. Maar van de twee
eerste twee nemers wist ik waar zij -
waarschijnlijk - zouden gaan schie
ten. Weet je niets van de schietstijl
van de man voor je, dan komt het
aan op kijken naar de stand van het
standbeen, naar de beweging van de
schietvoet. En dan moet je voor jezelf
uitmaken of je iets eerder weggaat of
dat je lang blijft wachten. Van grote
druk is eigenlijk geen sprake, want je
weet dat je als keeper weinig fout
kunt doen. In Nederland weet je van
de meeste voetballers wel op welke
manier ze schieten, maar in het geval
van een wedstrijd als die tegen
Grêmio ben je aangewezen op de
weinige informatie die je aangereikt
krijgt. Gelukkig had de technische
staf goed werk verricht. De eerste
rechts, de tweede links. De eerste
penalty stopte ik, de tweede straf
schop werd op de lat geschoten. Bij
ons miste Patrick Kluivert en daar
door kwam het uiteindelijk op
Danny aan. Je kent het resultaat.'
David Endt