aantal uiteraard Deense recordhouder. Hij
debuteerde op 21 september 1970 in
Kopenhagen met een 0-1 nederlaag tegen
Noorwegen, waarmee hij de visie van zijn
voormalige jeugdtrainer bevestigde, die zou
namelijk zijn hoed opeten wanneer dit niet
het geval zou zijn geweest.
Morten Olsen werd een grote in de nationa
le ploeg alhoewel de eerste 50 interlands vrij
anoniem werden afgewerkt, daar kwam pas
verandering in toen de Deense ploeg aan z'n
bloeiperiode begon: op het EK van 1984
bereikten Morten Olsen en Co de halve fina
le waarin werd verloren van Spanje en ook
twee jaar later op het WK in Mexico lieten de
Denen met een 6-1 op Uruquay en de 2-0
tegen Duitsland van zich horen. Na het EK
van 1988 speelde Olsen nog een aantal
interlands, nummer 100 werd bereikt op 26
april 1989 tijdens het WK-kwalificatieduel in
Sofia waar met 2-0 van Bulgarije werd
gewonnen en zijn allerlaatste interland vond
plaats op 18 juni van datzelfde jaar toen
Brazilië in Kopenhagen met ruime cijfers
(4-0, met 1 treffer van Morten Olsen) klop
kreeg. Zelf vindt de man die in 1983 en 1986
in eigen land tot voetballer van het jaar werd
uitgeroepen, dat hij best nog zo'n 30 inter
lands meer had kunnen spelen ware het niet
dat zijn Belgische werkgevers hem dikwijls
geen vrijaf gaven, daar staat tegenover dat
.dat aantal ook beduidend minder had kun
nen zijn: In 1985 had hij met voetbal willen
stoppen en de "doe het zelf" winkel van zijn
ouders willen overnemen, bondscoach Sepp
Piontek deed hem echter weer van mening
veranderen.
Enige weken na zijn laatste interland werd
voor hem in zijn geboorteplaats een
afscheidsduel georganiseerd toen voor
11.000 aanwezigen het Deense nationale
team van 1986 met 7-3 won van een
Europese selectie. Allemaal hoogtepunten
zou je zeggen, maar voor Olsen zelf staat de
1-0 zege van Denemarken op Engeland
(21-9-1983) toch bovenaan: 'spelen op
Wembley is het allermooiste'. Terugkijkend
op zijn carrière zei hij dat veel te danken was
aan zijn sobere levensstijl zonder alcohol of
tabak. Ik heb altijd geweten wat ik wilde
bereiken en tegen welke prijs, op het veld
werd ik beloond voor mijn opofferingen,
zowel sportief als financieel.
Bij mijn eerste club Vordingborg BK waren er
zat die meer talent hadden dan ik maar zich
minder goed verzorgden en voor het behalen
van succes minder over hadden. Morten
Olsen werd trainer, en wel van de Deense
topclub Brondby IF dat spelers als Peter
Schmeichel, Kim Vilfort en Frank Pingel in de
gelederen had. Het ensamble werd onder
zijn leiding binnen zeven maanden TWEE
MAAL kampioen van Denemarken. Het was
in de periode dat werd overgeschakelt van
een speeltijd maart- november naar het tijd
vak zoals wij dat kennen. Daardoor kon het
gebeuren dat Brondby IF zowel in november
1990 als in juni 1991 landskampioen werd
en werd tevens in 1990 de halve finale om
de Deense beker bereikt. Ook Europees
boekte de club sprekende resultaten, na een
5-0 zege op Eintracht Frankfurt en de 3-0
winst op Bayer Leverkusen werd in de UEFA
Cup pas in april 1991 in de halve finale van
AS Roma verloren. Ook in zijn derde seizoen
bij: Brondby IF liep aanvankelijk alles op rol
letjes, na de eerste seizoenhelft stond de
club nogmaals bovenaan, toen kwam echter
de klad erin, er was onvoldoende geld voor
versterkingen en haalde de club nog maar 6
punten uit de laatste 9 duels met als gevolg
dat Olsen drie maanden na het onderteke
nen van een nieuw driejarig contract werd
vervangen door Ebbe Skovdahl.
In april 1993 werd hij, a raison van circa
60.000 mark per maand, de opvolger van
Jorg Berger bij het in degradatie nood verke
rende IFC Koln, met 8 punten uit de laatste
6 duels (oude telling) wist hij de club uit de
Domstad in de slotfase van de competitie
alsnog naar een 12e plaats te loodsen.
Olsen die Bruno Labbadia (Bayern
München), Toni Polster (Rayo Vallecano) en
onder andere ook Sunday Olisch (waarvoor
Koln 3 miljoen mark aan Reggiana betaalde)
aantrok kon met zijn nieuwe club geen aan
sprekende successen behalen, of het moet
Vervolg op pagina 18
14