MORTEN OLSEN
Dit stuk zou eigenlijk over Louis van Gaal
moeten gaan, met een lofzang op de man
onder wiens bezielende leiding Ajax het ene
succes na het andere behaalde. Van Gaal is
echter gewend het vizier op de toekomst te
richten en dus doen ook wij dat maar met het
voorstellen van zijn opvolger Morten Olsen.
De symphatieke Deen werd op 14 augustus
1949 geboren in Vordingborg, een plaatsje
op zo'n 120 kilometer afstand van de
Deense hoofdstad Kopenhagen. Bij het loca
le Vordingborg BK begon hij in 1967 als
rechtsbuiten, drie jaar later kwam hij bij B
1901 Nykobing terecht voordat hij in 1972
een vaste keus bij Cercle Brugge prefereer
de boven een bestaan als bankzitter bij
Bayern München, zodat hij in België zijn eer
ste profcontract tekende waarmee hij tegelijk
zijn plaats in de Deense selectie voor het
Olympisch voetbaltoernooi (dat in augustus
in en rond München werd gehouden) ver
speelde ten faveure van Allan Simonsen die
zelf een jaar later richting Borussia
Mönchengladbach zou gaan.
Zowel bij B 1901 Nykobing als bij Cercle
Brugge zwierf hij permanent door het elftal,
en ook bij RWDM (1976-80) was hij aanvan
kelijk op alsmaar wisselende posities te vin
den, leuk vond hij 't niet, maar accepteerde
alles zonder morren. Blessures in de achter
ste linie zorgden ervoor dat hij bij RWDM
regelmatig als libero (en soms als rechtshalf)
werd ingezet, zijn overtuigende spel werd
ook opgemerkt door Anderlecht dat hem als
eenendertigjarige in 1980 binnenhaalde.
Hoe ouder hij werd hoe meer titels hij ging
winnen, met RWDM was hij in 1977 al eens
ongeslagen doorgedrongen tot de halve
finale van de UEFA Cup waarin het na twee
gelijke spelen werd uitgeschakeld door
Athletic de Bilbao. Bij Anderlecht waar hij
onder de voormalige Ajax-trainer Tomaslav
Ivic de vaste (offensieve) libero werd, zou
den verdere successen niet uitblijven: drie
maal (1981, 1985, 1986) werd paarswit met
Morten Olsen kampioen van België en ook
Europees werd aan de weg getimmerd: werd
Anderlecht in 1982 nog in de halve finale om
de Europa Cup 1 door de latere winnaar
Aston Villa uitgeschakeld, een jaar later werd
de UEFA Cup in ontvangst genomen na de
triomf op Benfica.
In het Anderlecht-team speelden destijds
Hugo Broos, Juan Lozano, Franky Vercau-
teren en schutter Erwin Vandenbergh naast
natuurlijk Morten Olsen die in mei 1984 nog
maals met Anderlecht in de finale van de
UEFA Cup stond, toen ging het tegen
Tottenham Hotspur, Olsen scoorde iri de
heenwedstrijd in Brussel maar twee weken
later ging de beker na een verloren straf-
schoppenserie alsnog naar de Spurs. In de
zomer van 1986 haalde trainer Georg
Kessler (die Olsen nog uit zijn Belgische tijd
kende) naar I. FC Koln, lang duurde de
samenwerking niet want al na enkele wed
strijden werd Sir Georg vervangen door
Christoph Daum die de club vervolgens naar
de 3e (1988) en 2e plaats (1989) leidde. In
Keulen speelde Olsen, die voor 5 ton op de
loonlijst stond, samen met bekende spelers
als Bodo lllgner, Jurgen Kohier, Thomas
Hassler en Flemming Povlsen.
Hij was er best trots op dat hij op zevenen-
dertigjarige leeftijd nog gevraagd werd door
een gerenomeerde Bundesligaclub, dat hij
fysiek nog best meekon dankte hij naar
eigen zeggen aan het feit dat hij tot zijn veer
tiende intensief aan gymnastiek deed waar
hij sterke (en soepele) spieren aan over
hield, de gracieuse manier van spelen (a la
Franz Beckenbauer) en zijn spelinzicht zorg
den ervoor dat de offensief ingestelde libero
nimmer ernstig geblesseerd raakte en arbi
ters hem nooit een rode kaart lieten zien.
Medio 1989 zette hij een punt achter zijn car
rière als speler en kwam er eveneens een
einde aan zijn imposante reeks in het
Deense nationale elftal waarvan hij aanvoer
der was. In totaal speelde hij 102 maal (2
goals) voor "Danish Dynamite" en is met dat
Vervolg op pagina 14
11