iè
m
EEN HUISELIJK
PRONKSTUK
o7<£-'
KICK OFF
NR. 19 - 27
Huldeblijk Ajax' Rooden-
burgh twaalf gebrandschil
derde ramen aan, met on
der meer afbeeldingen van
de sporten die destijds bij
Ajax beoefend konden wor
den. Enkele van deze twaalf
ramen zijn nog even te be
wonderen in de vensters van
de kantine van De Meer, de
overige wachten al langer
op een plaats in de Amster
dam Arena. Dat Rooden-
burgh een perfectionist was,
zoals de oudere Ajax-leden
hem herinneren, blijkt wel
uit zijn verzoek aan de
KNVB. Uit vrees dat een ca
deau niet bij de stijl van zijn
bouwwerk zou passen gaf
Roodenburgh de KNVB te
kennen liever een geldbe
drag te ontvangen. De
KNVB schonk 50,-.
Het Ajax-stadion, zoals de
naam officieel zou gaan luiden, werd op 9 december 1934
geopend met de wedstrijd Ajax-Stade Franpais (5-1). Bij het
diner na afloop kreeg architect Daan Roodenburgh het ere
lidmaatschap van de club aangeboden.
Het Ajax-stadion bleef tot in de jaren zestig in vrijwel au
thentieke staat, hoewel de beplanting de oorlogsjaren niet
ongeschonden doorkwam.
Pas nadat Johan Cruijff debuteerde in Ajax 1 volgden aan
passingen aan het stadion. In 1965 werd de lange overzijde
overdekt, en bij die gelegenheid gedoopt tot de Reynolds-
tribune, een eerbetoon aan de legendarische Engelse trainer
Jack Reynolds. In dat jaar ook verscheen de naam Ajax in
verlichte letters - en met dat mooie balletje op de j - op de
voorgevel van de hoofdtribune.
Daan Roodenburgh, die in 1961 op hoge leeftijd nog het
clubgebouw van het Amsterdamse AFC ontwierp, was zelfs
in 1968 - 81 jaar oud - persoonlijk betrokken bij de uitbrei
ding van het Ajax-restaurant. In 1971 werd de al in 1934 ver
langde lichtinstallatie aangelegd. In de jaren tachtig volg
den de uitbreidingen elkaar snel op. In 1984 kreeg het bak
stenen stadion een vleugje high tech toen de twee staantri-
bunes overdekt werden met een witte kunststoffen kap
over een donkerblauw frame. Voor de installatie van een
groot elektronisch scorebord
werd de kap aan de stadszij-
de iets opgetild. Het volgen
de jaar, 1985, werd een be
langrijkjaar in de geschiede
nis van het Nederlandse sta
dion. Als eerste club in Ne
derland introduceerde Ajax
de zogenaamde businesslo-
ges, hier Skyboxen genoemd omdat ze - bij gebrek aan
ruimte - onder de kap van de hoofdtribune waren gehan
gen. De huurders van de loges waren bijzonder enthousiast,
maar zagen de laatste Europacupwedstrijd vanuit hun loge
in september 1989 toen Ajax-Austria Wien vanwege 'het
staafincident' werd gestaakt. Nog meer hekken en een jaar
schorsing waren het gevolg. Na dat jaar speelde Ajax haar
thuiswedstrijden in de Europacup uitsluitend in het Olym
pisch Stadion. Desalniettemin bleven de uitbreidingen in De
Meer doorgaan en werd de hoofdtribune in 1990 omge
doopt tot Jaap van Praag-tribune.
De laatste jaren was het Ajax-stadion een grimmige verza
meling van alle mogelijke soorten hekken en containers,
ijzeren punten en rollen prikkeldraad. Het stadion was volle
dig uit zijn voegen gegroeid. Leden die hem gekend hebben
zijn blij dat Daan Roodenburgh deze aanblik niet meer
heeft gekend. En toch, de huiselijke sfeer die de architect in
1934 voor ogen had, is nooit verdwenen. Op iedere wille
keurige dag van de week leeft het stadion. Ereleden, trai
ners, junioortjes en vedetten lopen door elkaar in de cata
comben van het stadion. De wasmachines met vuile shirtjes
draaien, in het restaurant maken aankomende talenten hun
huiswerk. In de gang voor de Ajax-kleedkamer hangen in
een lange rij de portretten van de ruim tachtig Ajacieden
die ooit in het Nederlands elftal speelden. Het laatste lijstje
van de rij is leeg. Amsterdamse bluf. In plaats van een foto
staat hier de spreuk:
Deze lijst is nog niet vergeven,
Maar het zai niet zo lang duren,
dat een nieuwe Ajacied in de Oranjekleuren,
u hier staat aan te turen...
Wandelend rond het stadion wordt je toegezwaaid door de
terreinmeester die in zijn 'bungalowtje' aan de afwas staat.
Hij heeft de keuken van zijn piepkleine huisje uitgebouwd
tot onder de gezinstribune. Vanuit zijn achterdeur loopt hij
zó het veld op. Onder de Reynolds-tribune, waar in ieder
nieuw stadionplan kantoor
ruimten gepland zouden
zijn, sleutelde tot voor kort
de congiërge - één van de
andere hoekbewoners - aan
zijn verzameling antieke le
gervoertuigen, die hier ge
stald stonden om mee te
doen aan de herdenking
van D-Day in Normandië. Italiaanse stadiontoeristen, die na
een lange reis op de Middenweg aankwamen, konden hun
ogen nauwelijks geloven en vroegen nog eens of ze op het
goede adres waren. Maar ze zaten goed: dit was het beeld,
het uitstervende beeld van het stadionnetje van het grote
Ajax, de wereldkampioen.
Tijs Tummers, Architectuur aan de zijlijn. Stadions en tribu
nes in Nederland.
Uitgever: D'Arts, Amsterdam. ISBN 90 800 790 22.
Prijs: 39,50.