COPPA EUROPA 1995 AJAX - AC MILAM KICK OFF NR. 19 - 23 Ernst Happel. Zijn naam werd veelvuldig genoemd in de mei maand van 1995. De legendarische Feyenoord-trainer die in 1970 de Europa Cup voor het eerst naar Nederland had gedi rigeerd, leefde niet meer, maar zijn naam leefde voort in het stadion in Wenen waarin Ajax voor het eerst sinds 1973 een finale om de Europese beker voor Landskampioenen zou be vechten: tegen de regerende bekerhouder, AC Milan. Over de vorm van Ajax waren de zorgen niet het grootst; het eerste ongeslagen landskampioenschap van een elftal sinds 1919 gaf voldoende vertrouwen. Als er al angsten wa ren voor de Europa-Cupfinale, was dat voor onderschatting na de twee vernederende nederlagen die de Italiaanse te genstander waren toegebracht in de groepswedstrijden; en de ervaring leerde dat als een al verslagen tegenstander in een latere fase van een toernooi opnieuw wordt getroffen, de situatie geheel anders kan liggen. Milan had het vorm verlies uit het begin van het seizoen inmiddels redelijk over wonnen, draaide weer als vanouds en was er alles aan gele gen om het omhooggeschoten Ajax zijn plaats te wijzen: een tweede. In Wenen was het de hele dag een gezellige boel: de Italia nen en Nederlanders bejegenden elkaar met wederzijds re spect, bluften vrolijk tegen elkaar in het mooie weer in het Prater, smeerden elkaar shirtjes en vaantjes aan en speel den zelfs een potje voetbal op het parkeerterrein voor het stadion. De grote vraag voor de aftrap bij Ajax was: speelt Savicevic mee of niet? Bij de warming-up was de Joegoslaaf er wel bij, maar toen de opstellin gen bekend werden ge maakt, stond zijn naam niet op de lijst. Dat leek een voordeel, maar kon ook als een nadeel uitpakken als zou blijken dat de taktiek daardoor anders zou wor den dan Ajax had verwacht. Ook bij Ajax waren wat twijfels geweest over de lichamelij ke geschiktheid van enkele werknemers, maar tenslotte wa ren Kluivert, Rijkaard en Litmanen allen inzetbaar. Ajax pro beerde traditiegetrouw met een snelle opening de eerste klap uit te delen. Het leverde enkele halve kansjes op, maar al gauw bleek dat het elftal vandaag niet in zijn beste doen was. Met name Litmanen had het moeilijk tegen Desailly, en kwam niet in zijn spelletje. De beste kans voor Ajax in die openingsfase was een kopbal van Frank de Boer uit een hoekschop van Finidi, die echter over het doel gemikt werd. HOGE TRAP Aan de andere kant was er een schuivertje van Maldini, en een door Donadoni teruggekopte pass van Desailly, die door Palucci naast werd geschoten. Van der Sar moest tweemaal op belangrijke momenten in actie komen: eerst om een boogbal van Desailly te onderscheppen voor de toestormen de Massaro er gebruik van kon maken, en op slag van rust om een ineens ingeschoten bal met de linkervoet van Simo- ne op aangeven van Donadoni uit zijn doel te stompen. Tus sendoor had Louis van Gaal zijn elftal wakker geschud door aan de zijlijn een zeer plastische heropvoering ten beste te geven van de veel te hoge trap waarmee Desailly de bal Twee grootheden in actie; Frank Rijkaard en Paolo Maldini voor Litmanen had weggehaald. In de rust mocht Ajax zich gelukkig prijzen nog niet tegen een tegengoal aangelopen te zijn. Ook na rust kwam de Schwung er niet echt in. Van Gaal besloot in te grijpen en wisselde de tegenvallende Seedorf in voor Kanu, die de bal beter vast zou kunnen houden. Nadat Massaro een bal van Boban aannam en in de draai rakelings naast Van der Sars doel kogelde, kwam er een tweede wissel: de vastzittende Litmanen werd opgeofferd voor Patrick Kluivert. Met de twee nieuwelingen begon het ineens te lopen bij Ajax. Kanu was dicht bij de openingstreffer toen hij ineens inschoot, maar de bal net aan de verkeerde kant van de paal beland de. Een paar minuten voor tijd gebeurde het: een pass van Finidi dwaalde wat ver van het doel af, maar werd opgepikt door Overmars op de linkervleugel. Deze legde terug op Da vids en die weer op Rijkaard. Die prikte de bal binnendoor naar de toelopende Kluivert. Deze wipte over de tackle van Boban heen en kreeg nog net de linkervoet tegen de bal. De sliding van Baresi kwam te laat, evenals de reactie van doelman Rossi: Ajax leidde met 1-0. De laatste paar minuten leken een eeuwigheid te duren voor de Ajacieden in en om het veld. Op rechts legde Kanu Costacurta in de luren. De toestormende Blind had 2-0 op de slof, maar hij kreeg de bal niet in de touwen. Met duizenden keken de Nederlan ders nog slechts naar de staidionklok, die de seconden aftik te. Twee urenlange minuten blessuretijd trok scheidsrechter Craciunescu nog bij, om dan met zijn fluitje Nederland in lichterlaaie te zetten. Langdurig vertoefden Kluivert en Rijk aard dansend in eikaars armen: de 18-jarige die pas aan zijn eerste seizoen in Ajax-1 bezig was, en de 32-jarige routinier die aan de basis van zijn goal had gestaan, die zijn laatste wedstrijd voor Ajax had gespeeld en zijn indrukwekkende loopbaan afsloot met een Europa Cup, veroverd op de club waarmee hij eerder tweemaal dezelfde prijs had gewonnen. De volgende dag liet niet alleen Amsterdam, maar ook Ajax zelf zich helemaal gaan tijdens de huldiging op het Museum plein en de rondvaart die daaraan vooraf ging. Dronken van geluk sloegen spelers en trainers zichzelf en elkaar eens lek ker op de schouders, en vergat de voorzitter in zijn speech dat er ook vóór zijn tijd nog goede Ajax-elftallen en -trainers wa ren geweest. Vooral Eindhoven kreeg het stevig ingezeept. Er bestaat immers maar één PSV, en dat is Ajax. Evert Vermeer

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1996 | | pagina 22