DE 'VROLIJKE' PECHVOGEL
SONNY SILOOY
Het was in 1987. Het jaar dat Ajax voor het eerst in veertien
seizoenen weer eens een Europese bekerfinale haalde. En
won. Na een gave voorzet van Sonny Silooy kopte Marco van
Basten Ajax langs Lokomotive Leipzig. Feest in de Griekse
hoofdstad Athene. Pas later voerden de herinneringen verder
terug dan naar die warme avond van de dertiende mei. Eén
ronde om precies te zijn. Naar de twee duels uit de halve fi
nale, die werkelijk alles boden wat voetbal zo aantrekkelijk
maakt. En waarin Ajax de Spaanse tegenstander Real Zara-
goza zowel thuis als uit op de knieën had gekregen.
Drie spelers van de huidige Ajax-selectie waren er in het suc
cesjaar '87 bij: Danny Blind, Arnold Scholten en Sonny Si
looy. Met Johan Cruijff als trainer. De Verloren Zoon had in
korte tijd van een jeugdig elftal (gemiddelde leeftijd 24
jaar) een Europese topploeg weten te kneden. Steunend op
de routiners Arnold Mühren, Ronald Spelbos en Jan Wou
ters. Ontwapenend dankzij het ontluikende talent van Mar
co van Basten, Frank Rijkaard, John van 't Schip, John Bos
man en Rob Witschge. Spelers die deel uitmaakten van een
lichting Nederlandse topvoetballers, waarvan een aantal het
visitekaartje al had afgegeven met Jong Oranje tijdens het
WK '83 in Mexico.
Sonny Silooy (geboren 31 augustus 1963) was een van hen.
Door Ajax op vijftienjarige leeftijd als aanvaller/middenvel-
I Sonny ouderwets fel in duel
met Feyenoorder Gaston
Taument
der weggeplukt bij de Zaanse amateurclub ZVV, en niet lang
daarna aan het Amsterdamse publiek gepresenteerd als een
betrouwbare en solide verdediger. Sonny Silooy wist direct
te overtuigen in zijn rol als mandekker. Bij Ajax, bij Jong
Oranje en later ook als A-international. Het leven lachte Si
looy toe, en Sonny lachte terug. Hij won de Europa Cup II,
hij kwalificeerde zich met het Nederlands elftal voor het
Europees Kampioenschap in Duitsland en hij zag zijn niet af
latende inzet in het veld beloond met een lucratief contract
bij het ambitieuze Matra Racing Paris.
PECH
Het woord 'pech' kwam tot dan toe niet voor in het woor
denboek van Sonny Silooy, maar na zeven vette jaren sloeg
het noodlot (lees: een botsing met zijn Franse ploeggenoot
Krimau) genadeloos toe. Waar hij in Duitsland met het Ne
derlands elftal had willen en moeten schitteren op het EK,
daar zat Silooy thuis op de bank. Met een gebroken linker
oogkas, een gekraakt jukbeen en een zak chips voor de tele
visie te kijken naar z'n ouwe maatjes, die goud wonnen,
feestvierden en een dag later in navolging van de Beatles als
helden door de grachten van 'zijn' Amsterdam werden ge
varen.
Zeven jaar later zou de geplaagde voetballer diezelfde toe
juichingen langs de hoofdstedelijke binnenwateren met ge
mengde gevoelens ondergaan. Ajax won op 25 mei 1995 de
Europa Cup I, maar het aandeel dat Silooy (sinds 1989 terug
in De Meer) daarin had, was klein. Hij zwaaide vrolijk met