SIERLIJK KRACHTMENS
WINSTON BOGARDE
En toen was er de kritiek. Waar Winston Bogarde in zijn
nieuwe rol als linksback van Ajax had gehoopt op enig kre
diet, daar kreeg hij er in de pers regelmatig van langs: „Het
kwam er voor sommige journalisten op neer, dat ik eigenlijk
niet kon voetballen."
De overgang van Winston Bogarde (25 jaar) van Sparta naar
Ajax was tot voor kort één grote omschakeling. Van de ha
venstad Rotterdam naar de hoofdstad Amsterdam, van een
middenmoter uit de PTT Telecompetitie naar een Europese
topclub en van een vrije rol op het Kasteel Spangen naar
een meer dienstbare functie in De Meer. Net als de meeste
andere relatief jonge aankopen van Ajax werd Winston Bo
garde geleidelijk aan gebracht en in zijn eerste seizoen ont
zien. Om te wennen aan de sfeer, aan de intensievere trai-
ningsarbeid en aan de hogere balsnelheid in het positiespel
van Ajax. Hij kreeg weliswaar de nodige invalbeurten, maar
die gingen meestal aan de beoordeling van de buitenwacht
voorbij.
Tot Winston Bogarde dit seizoen als één van de elf basisspe
lers startte in het beste clubteam van Europa. Wég was het
scherm waarachter hij in alle rust had kunnen werken. Als
een circusartiest die met zijn nieuwe nummer ineens voor de
leeuwen wordt gegooid. Want het voor hem zo vertrouwde
middenveld was plotseling verleden tijd. Bogarde werd
back, linksback. Omdat Frank de Boer naar het centrum van
de verdediging was verhuisd, als opvolger van Frank Rijk
aard. En omdat aankoop Marcio Santos de voorbereiding op
het seizoen had gemist. Winston Bogarde moest maar laten
zien wat hij kon, op die voor hem vreemde positie.
En toen was er de kritiek. Persoonlijke kritiek, want op het
ongeslagen Ajax als team viel bar weinig aan te merken. De
priemende vinger van de media wees in de richting van
Winston Bogarde. In de eerste weken van de competitie
moest hij het zelfs meer dan eens ontgelden. Bogarde, in al
le eerlijkheid: „Ik speelde misschien wat onwennig, had zelf
ook het gevoel dat ik beter kon dan ik in mijn eerste wed
strijden liet zien. Ik maakte zo nu en dan wat kleine foutjes.
Het was niet overtuigend genoeg en dat vond ik zelf ook.
Maar over het geheel genomen deed ik het zeker niet
slécht. En dat werd dus wel geschreven. Ik heb in die perio
de eens te meer gemerkt, dat een voetballer eigenlijk heel
weinig tot geen krediet heeft. Ik mocht gewoon niet wen
nen op een plek die voor mij volslagen nieuw was. Die tijd is
me door de pers eenvoudig niet gegund."
Terwijl Winston Bogarde die tijd zeer goed kon gebruiken.
Want in zijn Sparta-tijd had hij nog frank en vrij over de Ne
derlandse voetbalvelden mogen rennen. In zijn laatste en
beste seizoen ('93-'94) op Spangen kwam hij daardoor als
linkermiddenvelder tot elf competitiedoelpunten. En in zijn
eerste jaar bij Ajax kreeg hij weliswaar minder speeltijd toe
bedeeld dan hij aanvankelijk gewend was, maar hij mocht
er wél zijn aanvallende capaciteiten tonen. Niet lang daarna
was hij ineens verdediger: „Een wereld van verschil. Voor ie-