AJAX a la SUISSE
De eerste kontakten die AJax met het Zwitserland opdeed, vonden plaats in het kader van een toer-
nee die Ajax makte in de zomer van 1921 naar de bergachtige confederatie. Op het programma ston
den wedstrijden bij FC Sankt Gallen, bij Grasshopper in Z_rich, en bij Young Boys in Bern. Ajax bleef
in deze serie ongeslagen; bij Grasshopper zag het daar niet naar uit, aangezien de Zwitsers in de eer
ste helft een 2-0 voorsprong namen. Na de rust echter zette Ajax de wedstrijd naar zijn hand, en door
doelpunten van Gupffert en Van Dort eindigde de eerste confrontatie tussen de twee clubs onbeslist:
2-2. De volgende elf stonden die dag in het veld: doelverdediger Jan de Boer, verdedigers Frans
Couton en Sjaak Hoogland, halfspelers Henk Hordijk, Joop Pelser en Andr_ de Kruijff, en aanvallers
Hein Delsen, Jan van Dort, Kick Geudeker, Frans Rutte en Wim Gupffert, een elftal met zes interna
tionals dus. Nog datzelfde jaar brachten de Grasshoppers een tegenbezoek aan Amsterdam; op
Eerste Kerstdag werd het ditmaal 2-1- voor de Amsterdammers. Deze twee wedstrijden waren tot van
avond de enige die de twee clubs tegen elkaar speelden, al zou Ajax nog menigmaal tegen andere
Zwitserse clubteams uitkomen.
In 1961 kreeg Ajax een voorproefje van Europees succes in het toernooi om de Internationale
Voetbalbeker, populair genaamd de Intertoto. In de poule was FC Z_rich een van de tegenstanders,
en dat kreeg de volle laag van Ajax' aspiraties in deze Europa-Cup-voor-de-kleine-man. Met 9-1 en
4-1 werden de Zwitsers tweemaal van de mat geveegd door een Ajax dat niet alleen de poule zou
winnen, maar zou doorstomen tot de finale, waarin het Feyenoord met 4-2 klopte.
Toen het internationale voetbal was ge_volueerd in de Europese bekertoernooien/had het Zwitserse
voetbal veel verloren van de kracht die het in de jaren dertig en veertig dankzij haar destijds veelbe
sproken 'grendelsysteem' had gehad. Het duurde tot 1970 voor Ajax bij de loting een Zwitserse
tegenstander trok: FC Basel. 'FCB' trof een gemotiveerd Ajax, dat hard van plan was Feyenoords
prestatie van het seizoen daarvoor, het winnen van de Europa Cup, te evenaren, en maakte al in
Amsterdam het karwei zo goed als af: 3-0. In Bazel had trainer Benthaus zichzelf opgesteld in de
hoop zijn team te kunnen inspireren tot een stormloop op het Amsterdamse doel. Even leek dat te
lukken, toen Basel via een benutte strafschop van het troetelkind Karti Odermatt op 1-0 kwam, maar
in de tweede helft greep Ajax alsnog de winst door doelpunten van Rijnders (die kon intikken na een
fenomenaal achterwaarts boogballetje) en Neeskens.
Het tweede Europese treffen met een Zwitserse club vond plaats in 1978. Ajax had in de eerste ronde
'een inhaalrace tegen Athletic Bilbao succesvol afgesloten (3-0 na eert 2-0 nederlaag) en de Ajax-aan-
hang had op weg naar het stadion zin in de wedstrijd tegen Lausanne. Het werd een tegenvaller: een
krappe 1 -0 tegen onmachtige, maar stugge Zwitsers. De uitwedstrijd was een stuk aantrekkelijker:
Ajax had na amper een half uur de voorsprong al op 3-0 bepaald, waarna met name Tscheu-la Ling
zijn volledige arsenaal aan circustrucs opentrok om het publiek te vermaken; tènslotte werd het 0-4,
toch nog een ruime marge dus voor Ajax.
De laatste maal dat Ajax in een Europese context naar Zwitserland toog, was Young Boys de tegen
stander in de kwartfinale van het toernooi voor Bekerwinnaars. De reis naar Bern moest zelfs twee
maal worden ondernomen, omdat in eerste instantie het veld te ver onder de sneeuw lag. Een week
later besliste Johnny Bosman de uitwedstrijd in het voordeel van de Europa-Cuphouder met, zoals
dat traditioneel heet, de 'oneven goal'. De Verwachting dat in Amsterdam de Jonge Jongens zóuden
worden afgedroogd, bleek niet gerechtvaardigd. Hoewel duidelijk sterker, had Ajax de handen vol aan
de verbeten tegenstribbelde tegenstander. Slechts één treffer van de dat seizoen bij Ajax debuteren
de Zweed Peter Larsson bracht de weegschaal in onbalans.
Daarmee zijn alle zes (de Intertoto inbegrepen zelfs acht) duels tegen Zwitserse clubs door Ajax win
nend afgesloten, met een doelsaldo van 12-1 (respectievelijk 25-3). Cijfers die niet alleen glimmen,
maar ook verplichten. /-ii
45
Evert Vermeer