"Tom Smits speelde ais hangende linkerspits. Tom had een fenomenale traptechniek, meteen pass over veertig meter legde hij de bal zo op je neus. Tom was ook degene die mij een beetje opving toen ik naar Brabant kwam. Toon Joore brak pas later door. Hij had een goede kopkracht, kon goed een man uitschakelen. Hans Heeren was meer een wisselspeler in die tijd, hij viel meestal in als rechtsback of midden velder." "Verzorger Geert van der Wiel had een hekel aan mijn benen. Ik heb vrij harde spieren, een mas sage bij mij viel hem dan ook niet mee. Ton van Eenennaam was de keeper, ik kwam samen met hem bij NAC. Ton kwam uit Zeeland, was een rustig figuur. Hij trok een beetje naar mij toe." "Edu de Schepper was een goede middenvelder. Fysiek minder, maar wel iemand met een goede inzet. Een harde werker. Edu heeft zich ontwikkeld, werd ook een belangrijke pion op het midenveld. Ton Sprangers was een echte goaltjesdief. Had een neus voor goals en was goed met de kop." Wissel "Martien Vreijsen had een brok ervaring, was van Feyenoord terug naar NAC gekomen. Met FC Amsterdam speelde ik al tegen hem, was hij mijn directe tegenstander. Tegen mij werd hij twee keer gewisseld, daar heeft hij nu nog steeds de pis in. Ook met NAC speelde ik tegen hem. Hier in Breda speelden we 2- 2 gelijk tegen Feyenoord. Ik zie de koppen in de kranten nog voor me:'Feyenoord ontsnapt uit Hel van Breda'. Ikzelf was de held, want ik had Vreijsen uit de wedstrijd gehouden. Hij werd door mij flink aangepakt, Vreijsen moest je natuurlijk niét laten voetballen!" "Ton Lokhoff is indertijd door- gebroken en heeft zich elk jaar steeds verder ontwikkeld. Ton had toen natuurlijk al een geweldige techniek, wat dat betreft had hij een streepje voor op anderen. Het ontbrak hem wel aan hardheid, toen SSUfcli Goffert Dekker zag je hem beslist geen sliding maken." "Mijn relatie met trainer Jo Jansen was er nou niet bepaald één van ouwe jongens krentebrood. De conflictsituatie met Jansen droeg bij aan mijn vertrek, anders had ik gebleven. Een trainer moet ver trouwen geven, dan speel je ook beter." "Hans Neeskens stond er altijd, een middenvelder met honderd procent inzet en karakter. Ad Krijnen was een fantastische back. Als tegenstander kwam je hem nog wel tien keer tegen, al ging je na de tweede keer al plat. Ad had ook een heel goede aanvallende actie, alleen zijn eindpass was niet zo geweldig." Bourgondisch Tom Dekker is een van de vele spelers die na hun carrière bij NAC in Breda zijn blijven hangen. Dekker, tegenwoordig op een steenworp afstand van Breda woonachtig in Oosterhout, ziet het wel vaker bij jongens uit het westen gebeuren. "Toen ik bij FC Am sterdam vertrok dacht ik 'ik ga een jaartje naar NAC, daarna kom ik weer terug naar Amsterdam'. Ik ben toch blijven hangen. Het leven hier, de Bourgondische stijl, dat spreekt mensen aan. Mijn broer Chris woont inmidels ook alweer twintig jaar in Maastricht. Zelfs Nico Jansen, toch een ras-Amsterdammer, is in België blijven wonen." "Ik heb me nooit blindgestaard op het voetbal, ik vond de handel ernaast óók belangrijk. Voor mij geen zwart gat na de voetballerij. Ik hou van de markt. Altijd tussen de mensen, met een eigen zaak moet je nog maar afwachten. Ja, op de markt word ik nog regelmatig door NAC- supporters aangesproken. Ook die gasten die de markt schoonvegen komen altijd even met mij over voetbal praten. In Breda leeft het voetbal, er hangt ook altijd sfeer rondom de wedstrijden van NAC. Bij NAC zie ik ook veel vrouwen zitten, die komen echt niet alleen voor het voetbal. Vorig seizoen speelde NAC slecht. Elders zou het elftal door het publiek worden uitgefloten. Niet in Breda, hier heerst altijd een goede sfeer." door Addo Sprangers 18

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1995 | | pagina 20