AJAX - REAL MADRID: DE VORIGE TWEE KEER CHAMPIONS LEAGUE Als Real Madrid en Ajax vanavond aftrappen in hun ontmoeting voor de Champions' League, doen ze dat voor de vijfde maal; sinds de eerste keer, in 1967, zijn de onderlinge verhoudingen meermalen gewijzigd. In 1967 glom heel Ajax nog van trots om alleen al de kans te hebben in de eerste ronde tegen het grote Real te mogen spelen. Het trotse Real Madrid, zesvoudig Europa-Cuphouder, tegen het kleine Ajax, dat een jaar eerder even indruk had gemaakt door Liverpool te vernederen, maar verder nog weinig imponerends op haar conduitestaat had dij kunnen schrijven; het leek een ongelijke strijd, maar op het veld zou blijken dat het een ontmoe ting was tussen een uitgeraasde leeuw en een reus in opkomst. Op 20 september 1967 zat het Olympisch Stadion stampvol met verwachtingsvolle Ajax-supporters die na amper twintig minu ten Cruijff zagen scoren en hoopten op een herhaling van de expeditie-Liverpool. Die kwam er niet- na een half uur kwam Real langszij door Pirri, en in de tweede helft werd duidelijk dat Real de wedstrijd onder controle had en Ajax niet meer tot scoren zou komen, al duurde de wedstrijd nog tot zondag. t Drie weken later keken de Ajax-spelers trots rond in het Bernabeustadion, de befaamde voet baltempel dat de meesten slechts van de zwart-wit-televisie kenden en waar ze nu mochten spelen. Mogelijk waren ze de eerste helft nog te zeer onder de indruk om tot voetbal te komen, maar nadat het Spaanse openingsoffensief zonder treffers was gebleven groeide het zelfvertrou wen. Een kwartier na rust liep dat zelfvertrouwen een stevige deuk op toen de geslepen bento op fraaie wijze de Madrilenen op voorsprong zette. Tien minuten later echter veerde Nederland op toen Ajax een vrije trap kreeg en Henk Groot die met het hoofd hard achter doelman Junquera joeg: 1 -1Die eindstand betekende volgens de nieuwe regels in de eerste ronde, dat er geen beslissingswedstrijd meer zou worden gespeeld, maar dat er direct verlengd zou wor den en zonodig het lot de beslissing zou moeten brengen. Tot dat laatste kwam het gehjkkig niet,' maar het had weinig gescheeld of Ajax was als overwinnaar uit de strijd gekomen. Direct na het beqin van de extra-tijd miste Johan Cruijff voor een nu fantastisch spelend Ajax een levensgrote kans die de beslissing had kunnen zijn. Die viel nu aan de andere kans, toen Veloso in de negenennegentigste minuut de bal van grote afstand onhoudbaar achter Gert Bals koge - de. Real was door naar de tweede ronde, Ajax moest het doen met de gemeende complimen ten van Real-trainer Munoz. In 1973 was er een heel andere uitgangspositie voor de twee clubs. Ditmaal vond de con frontatie pas plaats in de halve finale, en kwam Ajax als regerend tweevoudig Europees kam pioen in het veld tegen een Real dat iets van vergane glorie uitstraalde. Bij Ajax waren Suurbier, Hulshoff, Cruijff en Keizer nog over van de ploeg van 1967, bij Real Zoco, Pirri, Velasquez Amancio Ajax leek het visum voor de derde achtereenvolgende finale stevig in handen te heb ben toen ver in de tweede helft, Hulshoff en Krol kort na elkaar scoorden, maar in de slotfase tekende Pirri voor een tegengoal die nog voor forse onzekerheid in de return zou zorgen In Madrid besloot Ajax het zekere voor het onzekere te nemen, de verdediging gesloten te houden en op de counter te gokken. Het leverde een weinig mooie, maar des te spannender wedstrijd op, die kort na rust in feite beslist werd toen Gerrie Mühren voor 0-1 zorgde. Daarna beperkte Ajax zich tot het rondspelen van de bal, waarbij Real werd gedegradeerd tot een figu rant. Zo zeker waren de Amsterdammers van hun zaak, dat opnieuw Mühren zelfs gedachteloos midden onder de wedstrijd een balletje opwipte en even op de voet liet balanceren alvorens hem door te spelen. Het duurde slechts een paar seconden, maar maakte diepe indruk: een Volendammer die in een halve finale om de Europa Cup even geheel vergeet waar het om gaat, en qewoontegetrouw even de bal aait alsof hij op een binnenplaatsje in zijn dorp een balletje trapt Het tekende de onoverwinnelijkheid van de Amsterdammers in het laatste jaar van hun driejarige regeringsperiode. Dit jaar is er opnieuw sprake van een Europa-Cuphouder tegen een Real dat op zoek is naar de verloren troon. Evert Vermeer

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1995 | | pagina 9