AJAX HEEFT EEN GOLEADOR GOUDEN KLUIFJE VwyS- KICK OFF NR. 13 - 11 "Die tegen Feyenoord in de Supercupwedstrijd was een heel fijne. Jari had de bal in het midden en Finidi was al weg. Hij kreeg de bal op de rechtervleugel en had mij al gezien. Ik kreeg hem in de loop en tikte hem half vallend in." Ook die tegen AEK Athene mocht er zijn. De herinnering brengt de lach van zijn mond over naar zijn ogen: "Ik speel de een lekkere wedstrijd, de acties liepen goed. Maar ik had een paar kansjes gemist. Ik kreeg een pass van Jari en stond voor het doel. Ik zag alleen die keeper, Atmazidis heette-ie geloof ik, hij zwaaide zo met zijn armen en ik dacht: die bal moet er in. Hard gewoon. Geen hoek uitzoeken, geen truuks, gewoon rossen. Echt, heerlijk." Van recenter datum is Patricks doelpunt tegen Vitesse. Het leek eenvoudig: voorzet van -alweer- Finidi, uit een corner. In het volle strafschopgebied springt Patrick op en scoort met de binnenkant van de voet. Misleidend gemak. Weini gen schatten de moeilijkheid op juiste waarde. Souplesse, raffinement, beheersing, instinct, in een fractie van een se conde. "Hij was heel lekker. Ik moest inhouden. Wanneer ik echt zou schieten, zou de bal over zijn gegaan. Het was meer: vaart wegnemen, dan geven, ook omdat ik de bal een beetje van onder raakte. Even binnenkant-voet tegen de bal, dat was genoeg. Haal ik uit, dan vliegt de bal het sta dion uit. Je moet nadenken over wat je doet, weten hoe hard de bal komt, hoe je moet reageren." Een nieuw Gouden Kluifje was het resultaat. De goleador had toegeslagen. Als een matador die de degen elegant en doeltreffend plaatst. De verslaving aan doelpunten is alleen voor de tegenstan ders schadelijk. Ajax vaart er wel bij en de supporters genie ten van de Voorland-parel die "niks kostte". "Misschien dat ik later nog eens op het middenveld kom te spelen", antwoord Patrick op de vraag hoe hij zijn ontwik keling als voetballer ziet, "Maar dit gevoel, het heerlijke ge voel dat scoren geeft, wil ik voorlopig houden. Nu is het honger, honger naar doelpunten." En die honger is niet te stillen. Ben Tornato "Dat komt ook omdat ik door de groep heel goed ben opgevangen", stelt Pa trick bescheiden. "Dan voel je je thuis en dan gaat alles van zelf. Van aanpassingsproblemen heb ik geen last gehad." Zijn ogen zijn een en al oprechtheid en die laat geen ruimte over voor twijfel. Een heerlijk doelpunt in de Supercupwed strijd tegen Feyenoord liet de fans dromen. Bovendien was Patrick bij de twee andere goals tegen de Rotterdammers nauw betrokken. Twee doelpunten, vier dagen later tegen Lazio in het Stadio Olimpico in Rome, waren een laatste zet je voor het zelfvertrouwen. Het was duidelijk, Ajax had een goleador, een matador van de strafschopgebieden, een even geraffineerde als meedogenloze schutter. Patrick is meer dan goleador alleen. Hij kan uitstekend met de combinatie uit de voeten, de bal kan hij ook langduriger koesteren. "In de jeugd speelde ik niet alleen maar in de spits", vertelt Patrick, "ik speelde ook op het middenveld. Of inschuivend. In de A-1 kreeg ik de overtuiging dat de spits- plaats echt mijn plaats was. Toen scoorde ik ook al zo veel. Scoren is een kwestie van gevoel, van gogme. Ik kan niet echt zeggen waar dat vandaan komt, het is iets dat je hebt. Intuïtie om op de goede plaats te staan, goed inschatten." Patrick kan genieten van de schoonheid van een doelpunt, maar is zich er vooral van bewust dat die bal in het net moet. Op wat voor manier dan ook. Of, om met Van Basten te spreken. Een doelpunt, hoe mooi ook, telt nooit voor twee. Patrick knikt instemmend. "Het is zo, het maakt mij niet uit hoe hij er in gaat, al is het een punter. Of, nog erger, een eigen doelpunt. Als-ie maar zit. Ik leef wel van doelpunten, ik bedoel, het zit in mijn bloed. Als wij met 4-0 winnen en ik heb er geen eentje gemaakt, ben ik blij met de overwinning, maar ik heb ook een ongemakkelijk gevoel, niet helemaal tevreden. Ik wil elke wedstrijd scoren." Niettemin kost het Patrick weinig moeite om uit zijn pro- duktie een paar "gouden Kluifjes" te tillen.

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1995 | | pagina 11