't vak zat; zo werd hij, na te zijn gestopt, al in juni 1966 door de VVCS geëerd en benoemd tot "officier in de orde van de gouden bal", een maand later door de KNVB benoemd tot "Bondsridder"(wat hij zeer op prijs stelde) en in augustus 1966 door de AVB tot lid van verdienste (als tweede arbiter na Hans Boekman). In februari 1979 werd hij de allereerste carna valsprins van Amsterdam (Prins Leo 1e) en werd bij zijn zeventigste verjaardag uitge roepen tot ereburger van Amsterdam, de gouden speld met oorkonde werden hem aangereikt onder het toeziend oog van de inmiddels overleden Billy Wright. Daarop wou ook de gemeente Sittard niet achter blijven, en kreeg het plein voor het stadion De Baandert zijn naam, waarbij de plicht plegingen ook nu weer vlak voor een duel van Ajax (bij Fortuna Sittard-Ajax) werden verricht; dat was in oktober 1987. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog was Leo Horn aktief: onder de schuilnamen "Ingenieur Varing" en "Dokter van Dongen" heeft hij vele mensen het leven gered en deed hij mee aan ondermijnende akties. In mei 1945 kwam hij bij de militaire politie van de binnenlandse strijdkrachten waar hij werd belast met opsporing en verhoor van "foute lui". Voor zijn inspan ningen werd hij destijds geëerd met een verzetskruis. Doch ook Leo Hom was niet altijd een engel, zo schoot hij ooit een (verwilderde?) kat dood hetgeen tot veront waardiging leidde, en toen in december 1964 een plantsoenwerker in Emmeloord door Hom werd mishandeld nadat deze hem had uitgescholden voor "vuile katte- mepper" brak er zelfs een hetze tegen de arbiter uit. Een reeks van ingezonden brieven en dreigbrieven noopte Hom ertoe om, op advies van stadion directeur De Kimpe, de topper Feyenoord-PSV aan zich voorbij te laten gaan. Door de bond werd hij tot 1 mei op een zijspoor gesteld maar mocht eind maart alweer beginnen (met DOS-ADO). Uiteindelijk veroordeelde de politierechter in Zwolle hem tot een boete van 80 gulden waardoor de officier van Justitie 200,- was geëist. Dat dit Leo Hom niet echt gekoelde bleek enige maanden later (oktober 1965) toen hij op de Plantage Middenlaan een soldaat in z'n gezicht stompte nadat die hem eveneens voor vuile kattemepper had uitgemaakt. In september van dit jaar kwam hij nogmaals in het nieuws, nu vanwege het faillisement van zijn stoffenimperium dat hij vanaf 1953 vanuit zijn kantoor-annex-winkel in de Amsterdamse Sint Antonies Breestraat opbouwde. Jarenlang had hij zijn zaak waarnemer en de accountant voor betere mensen gehouden dan zij bleken te zijn, kortom hij werd beduvelt. Hij moest zijn huis in Bentveld verkopen en nam zijn intrek in een woning in Hoofddorp. Na 1966 bleef hij aan het voetbal verbonden, niet als leiding gevende figuur bij de bond of in het scheidsrechterswezen (ik was te lastig voor al die meelopers), maar wel als begeleider van arbitrale trio's wanneer Ajax en AZ voor de Europa Cup een thuiswedstrijd moesten spelen. Ook schreef hij meer dan twintig jaar een kolom in de omroepgids van de AVRO waarin hij velen tegen het zere been schopte. De voormalige voorzitter van de Noord-Hollandse Ruitervereniging hield vooral van de jachtpartijen (als fieldmaster) en van paardrijden in de duinen; meer nog dan van voetbal, maar toch treedt hij in de voetsporen van zijn vader die tot zijn dood (op 81 jarige leeftijd) altijd naar voetbal wedstrijden is komen kijken; Leo Hom bereikt hopelijk over twee jaar de "leeftijd der sterken"; en al laat zijn lichamelijke gesteldheid het nog maar nauwelijks toe, weet ook hij nog altijd de weg naar het stadion te vinden. 11

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1994 | | pagina 11