HET AFWEGEN VAN
VITESSE-TRAINER
VOELT ZICH THUIS IN
HERBERT NEUMANN
Het gedachtengoed van Herbert Neumann gedijt op Neder
landse bodem beter dan op zijn geboortegrond. Met gedurfd,
aanvallend voetbal is de Duitse oefenmeester van Vitesse,
net als Louis van Gaal, voortdurend op zoek naar de balans
tussen attractiviteit en resultaat. En er blijken meer overeen
komsten tussen de twee toptrainers te zijn.
Eerst even terug naar september 1983. In de eerste ronde
van het Europa Cup 1-toernooi heeft het (nood)lot Olym-
piakos Piraeus en Ajax aan elkaar gekoppeld. Beide ploegen
blijven in de bikkelharde confrontaties droog staan, waarna
Olympiakos in de verlenging van de return, in Athene, via
twee treffers loon naar provoceren krijgt. Tussen alle vlie
gende tackles en ronddwarrelende fluimen trekt aan Griek
se zijde een blonde, sierlijke middenvelder de aandacht.
Herbert Neumann, overgekomen van FC Köln. "Dat waren
wedstrijden om met weinig trots op terug te kijken", zegt
Neumann elf jaar na dato. "Het enige positieve was, dat we
het kwalitatief sterkere Ajax hadden uitgeschakeld. Maar
achteraf realiseerde ik me, dat we in Amsterdam vreselijk
verdedigend en negatief hadden gevoetbald. In Athene
speelden we op de grens van het toelaatbare, en soms er
overheen. Heel hard en erg irritant. Maar op dat moment
telde alleen het resultaat."
Juist daardoor hield Neumann het bij Olympiakos snel voor
gezien. Het resultaat heiligde bij zijn nieuwe club alle mid
delen, een doorn in het oog van de liefhebber van voetbal
in zijn puurste vorm. De negatieve speelwijze en de interne
machtsspelletjes dreven Neumann, op 30-jarige leeftijd, naar
de Zwitserse tweede divisie. Daar, bij FC Chiasso, kwam een
einde aan zijn imposante spelersloopbaan. Een carrière, die
hij opstartte in Köln, waarna de eenmalige international in
1980 zijn geluk in de Italiaanse Serie A ging beproeven. Via
Udinese en Bologna keerde Neumann weer terug bij FC
Köln. "In alle opzichten een leerzame tijd", vat de derde
jaarstrainer van Vitesse zijn loopbaan samen. "Bij Köln heb
ik altijd in zeer aanvallend ingestelde teams gespeeld, iets
dat nu ondenkbaar zou zijn in Duitsland. In Italië belandde
ik vervolgens in het catenaccio-voetbal, dat daar toen nog
heilig was. En na de wat mindere periode bij Olympiakos
vond ik bij Chiasso het plezier en de passie weer terug. Ik
heb alleen de pech gehad, dat ik in al die jaren weinig goeie
trainers ben tegengekomen. Eigenlijk hebben alleen Rinus
Michels en vooral Hennes Weisweiler een goede indruk op
me gemaakt. Weisweiler had een enorm overwicht, maar
bleef altijd een mens. Hij was hard, hamerde veel op disci
pline en aan de andere kant gaf hij zijn spelers op de juiste
momenten hun vrijheid. En Weisweiler was altijd zichzelf,
schroomde niet om fouten toe te geven. Een natuurlijke au
toriteit, een vakman."
VOETBALFILOSOFIE
Neumann begon zijn eigen trainersloopbaan bij Chiasso en
verkaste vervolgens naar FC Zürich, waar hij in het najaar
van 1991 de laan werd uitgestuurd. De moed dreigde hem
net in de schoenen te zinken, toen hij Vitesse-voorzitter Ka-
rel Aalbers tegen het lijf liep. "Via Aalbers leerde ik de ove
rige bestuursleden en Jan
Jongbloed kennen. Ze kwa
men allemaal heel positief
op me over, heel menselijk.
En ook op voetbalgebied
bleken we op dezelfde lijn
te zitten. Ze gaven me een
goed gevoel en daar vaar ik
mijn hele leven al blind op.
Voor mij was het een beves
tiging van het beeld dat ik
van Nederland en het voet
bal aldaar reeds had."
In Arnhem kreeg Neumann
voor het eerst de mogelijk
heid zijn voetbalfilosofie
daadwerkelijk in de praktijk
te beproeven. "Ik ben mijn
hele leven al zeer gechar
meerd van offensief inge
stelde ploegen en wat dat
betreft was Nederland voor
mij een heel logische keuze.
Op grote toernooien durft
het nationale team altijd als
een van de weinigen risico's
te nemen, dat spreekt mij
erg aan. Ik zou ook in Duits
land kunnen werken, maar
daar zou ik concessies moe
ten doen. Als relatief jonge
trainer moet je je nou een
maal kunnen aanpassen aan
andere culturen. Het is al
leen de allergrootsten gege
ven bij elke club, in welk
land dan ook, hun eigen
koers te varen. Mensen als
Johan Cruijff en Ernst Hap-
pel, die hebben en hadden
het krediet om het overal op
hun eigen manier te doen.
Zulke eisen kan ik nog lang
Foto: Gerth van Roden