KICK OFF
NR. 25 - 27
Die stille trom klinkt waarschijnlijk ook voor een voetballer
met een leeuwenhart. Een jongen die al vanaf zijn achtste
jaar de route van huis naar het Ajax-stadion, en omgekeerd,
aflegt. Michel Kreek was twee jaar geleden de onmisbare
schakel in het elftal dat Europa veroverde. Binnen- en bui
tenlandse kenners dichtten hem een gouden toekomst toe.
Zei Sandro Mazzola niet: "Kreek? Dat is de nieuwe Cabrini"?
Zullen de mensen zich hem herinneren, als de messcherpe,
onverwoestbare linkermiddenvelder die doorbraken verij
delde, de bal strak en zuiver van links naar rechts zwiepte,
die door goede vorm geleid intuïtief op de goede plaats
stond om een aanval te onderscheppen en die in de lucht
onklopbaar was? Want dat is de échte Michel Kreek. Het
was heus geen zinsbegoocheling, noch is de bewezen kwali
teit gesmolten. Een echte Ajacied, nog echter dan Stefan
Pettersson, lijkt op weg naar de poort van het Ajax-terrein,
waar een simpele handdruk van de getrouwen zijn vaarwel
is, terwijl het leeuwenhart traag scheurt als een lange reep
stof.
Dan Petersen hoort volgend seizoen niet meer tot de puz
zelstukjes die trainer Van Gaal tot zijn beschikking heeft.
Zijn beslissing staat vast.
Voor hem geen bengaals vuurwerk, spreekkoren en bloe
men als afscheid. En voor ons geen wuivend riet meer in De
Meer. Het geluk dat zo past bij zijn gezicht was geen voet-
balgeluk. Zijn misfortuin drong hem steeds verder in een
hoek waarin men de opeenvolgende blessures gelijk ging
schakelen aan zijn karakter. Alsof Dan niet zou willen dat hij
zijn topvorm wekelijks kon etaleren in het stadion waar de
mensen juist zijn manier van voetballen zo bewonderen.
Voor Dan Petersen roert slechts de stille trom van een enke
ling die verder kijkt dan een brokkelig voetbaljaar.
Stanley.
Hij is zó Ajax. En toch is het net zó begrijpelijk dat hij weg
gaat. De onzekerheid over waarheen zijn weg zal leiden
maakt het moeilijk om Stanley op gepaste manier uit te lui
den. Ik hou van de supporters wanneer ze, elke wedstrijd
een keer, zijn naam roepen. Wanneer dat vanavond ge
beurt, moet gelegenheidsaanvoerder Stefan Pettersson op
zettelijk hands maken, zodat het spel wordt onderbroken.
Sir Stanley moet opstaan van de bank en een lichte buiging
maken naar zijn vrienden. Een stijlvol vaarwel.
En Stanley's buiging wordt beantwoord door twintigdui
zend buigende Ajax-supporters. Niet één buiging, maar vijf
dankbare buigingen. Eén voor Stefan, één voor Rob, één
voor Michel, één voor Dan. En één voor Sir Stanley.
David Endt
NB
Dit verhaal verscheen eerder in een iets gewijzigde vorm als
column in Het Parool
Foto's: Louis van de Vuurst