DE POËET f éP' FRANK RIJKAARD Foto: Louis van de Vuurst Deel vijftien van de serie Turfsteken, waarin Klaas Vos de Ajacieden onderwerpt aan een analyse. In nummer 15 komt Frank Rijkaard aan bod, de Ajaoed die werd geturfd in de wedstrijd Ajax-FC Twente. Na afloop van de wedstrijd tegen FC Twente werd Jari Litma- nen gehuldigd als de Man of the Match. Gezien zijn voor spoedige rentree kon ik daar wel inkomen (de jonge leeuw gromde en joeg weer als vanouds), maar zelf had ik toch an dere kandidaten voor deze titel op mijn lijstje: Finidi, Over- mars maartoch vooral Frank Rijkaard. In elk geval was ik ho- gelijkst verbaasd dat Telegraaf-rapporteur Henk Wery hem slechts een mager zesje gunde. Ik heb Frank tijdens genoemde wedstrijd turvend gevolgd en van de 59 handelingen in totaal kon ik slechts één foute en één twijfelachtige actie noteren. Nu kun je stellen dat zulks nog niets hoeft te zeggen. Want wat voor handelingen wa ren het; hoe was het beeld van zijn totale deelname aan het spel? Welnu, wat zijn acties betreft, die vormden een zeer breed spectrum. Defensieve ingrepen, anticiperende acties, goede passes, gevaarlijke kopballen, prima vrije trappen, goede combinaties: al deze ingrediënten zaten in zijn spel. Boven dien was hij permanent dominant en gaf hij gestalte aan het nummer dat zijn rug sierde. Ook toen hij na de pauze de ei genlijke vier-positie aan Van den Brom moest laten, was hij p.* voor mijn gevoel de heerser op het middenveld. Frank Rijkaard is voor mij een dichter. Elke wedstrijd is de kick off voet een Pen c"e c'an weer tastend' c'an weer trefzeker nr. 24 - 25 woorden en regels tot een gedicht wil scheppen. En wij mo gen als het ware over zijn schouders meekijken. Er waren wedstrijden waarin het dichten niet vlotten wilde. Er werd zogezegd meer geschrapt dan geschreven. De laatste wed strijden lijkt de dichter zijn greep op de taal te hebben her vonden. Wat het hoofd wil, doet de voet, de pen. Omdat het hart van het team eindelijk overeen komt met het hart van de dichter? Er is nog één aspect dat mij aan Rijkaard erg bevalt. Dat is zijn informele leiderschap. In Blind heeft Ajax een uitstekende aanvoerder, de Lubbers of zo u wilt de Van Mierlo van het voetbal. Maar daarnaast is van belang de meer subtiele, bij kans onzichtbare coaching. En dat doet Frank. Het is niet voor niks dat Finidi en Kanu zo hoog van hem opgeven. In de wedstrijd tegen Twente zag ik zo'n coachingmoment. Voordat Litmanen de strafschop ging nemen, liep Frank op hem toe, pakte hem even beet en sprak hem toe. Wat hij heeft gezegd kan ik niet weten, maar één ding is zeker: Jari nam met meer zelfvertrouwen zijn aanloop. Dit informele leiderschap hoort ook bij het dichterschap. En wat voor het gehele (maatschappelijke) leven geldt, geldt ook voor het voetbal: het zijn de kunstenaars die het kleur geven en de moeite waard maken. Onder hen is Frank een hele grote. Wat een geluk dat hij bij ons speelt, waar ze de kunst kunnen waarderen. En wat de wedstrijd tegen Twente betreft: van mij krijgt hij een royale acht. Klaas Vos

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1994 | | pagina 24