AJAX-BAYERN MUNCHEN
DUITSE ROUTINE TE
MACHTIG VOOR AJAX
1980
KICK OFF
NR. 23 - 19
AFBRAAKVOETBAL
Frank Rijkaard, die in de te- zette na een openingsgoal
rugwedstrijd tegen Bayern van Martin Wiggemansen.
Ajax op een 2-0 voorsprong
de voor zijn voeten neergelegde bal simpel intikken. Tenslot
te speelde Rummenigge de bal nog naar Hoeness, die struike
lend de stand naar 5-1 tilde.
Met die stand was Ajax kansloos in de return, dat wisten bei
de ploegen en ook het publiek, dat met slechts vijftiendui
zend man naar het, in een optimistische bui ingehuurde,
Olympisch Stadion was gekomen. Men zag een leuke ope
ningsfase, waarin Ajax, met nu ook de achttienjarige Frank
Rijkaard als smaakmaker in plaats van de geschorste Schoena
ker, fris van de lever ten aanval trok en Bayern zelfs even ge
heel overrompelde. Ook scheidsrechter Linemayr had daar
kennelijk aardigheid in en zag over het hoofd dat Martin
Wiggemansen buitenspel stond toen hij na een kwartier
scoorde. Twee minuten later bereikte een pass van Arnesen
Rijkaard, die met een fraai schot 2-0 scoorde. Toen even later
Arnesen in het strafschopgebied werd gestuit weigerde Line
mayr de bal op de stip te leggen en was de kans op een sensa
tie verkeken. Geleidelijk aan herpakte het overblufte Bayern
zich. In de tweede helft werd duidelijk dat het jonge Ajax de
kracht niet meer kon opbrengen om nog eens aan te zetten
in een wanhoopspoging de achterstand verderte verkleinen.
Een fout van Junghans leek nog veelbelovend, maar Wigge
mansen reageerde niet snel genoeg, en toen Breitner acht
minuten voortijd Rumme
nigge bediende en deze 2-1
scoorde, had iedereen de
hoop al opgegeven. Ajax was
uitgeschakeld, maar had zich
in ieder geval nog even laten
zien.
Evert Vermeer
Ajax kon in het Olympiastadion van München dan ook weinig
meer op de grasmat leggen dan afbraakvoetbal. Merkwaar
dig genoeg bleek dat aanvankelijk nog aardig resultaat te
boeken ook. Lerby had de watervlugge Rummenigge aardig
onder controle, en datzelfde gold voor Ophof ten opzichte
van Breitner, ai had Edo daarvoor regelmatig een overtre
ding nodig. Nadat Hoeness en Rummennige de eerste kansen
voorbij hadden laten gaan, trapte Schrijvers ver uit, kopte
Kieft door en sprintte Arnesen Niedermayer eruit om vervol
gens de uitlopende Junghans te omspelen en 0-1 te scoren.
Een prettige, zij het buitengewoon onverdiende verrassing.
Het duurde tot in de blessuretijd van de eerste helft voor Bay
ern een passend antwoord klaar had: een 25-meterschot van
Dürnberger, dat iets van richting werd veranderd en daar
door de goed keepende Schrijvers kansloos liet: 1-1. Een wei
nig later ketste een vrije trap van Rummenigge tegen de tou
wen achter Piet Schrijvers. Met die stand zou Ajax dik tevre
den zijn geweest, maar in de
laatste tien minuten voltrok
zich een ware ramp over de
Amsterdammers. Nadat Hoe
ness koppend voor 3-1 had
gezorgd, blunderde Schrij
vers op een vrije trap van
Breitner en kon Rummenigge
Bayern München. De Amster
damse goegemeente stond
niet direct te juichen toen de
Westduitse kampioen door
het lot werd aangewezen als
het volgende obstakel tussen
Ajax en Europese roem. Om
te beginnen was Bayern nu
niet bepaald de meest popu
laire club bij het Amsterdams
publiek, nadat ze twee jaar
eerder hadden gefungeerd
als tegenstander in een
vriendschappelijke wedstrijd
ter ere van de afscheid ne
mende Johan Cruijff, en zich
met een 0-8 overwinning niet
direct gedragen hadden als
een waardige gast in een ere-
wedstrijd.
Maar afgezien van die senti
menten was het duidelijk dat
de Duitsers met sterren als
Rummenigge, Hoeness,
Breitner en Schwarzenbeck
een ploeg hadden die nor
maal gesproken veel te sterk was voor Ajax. Immers, in het
toch al niet zo van routine vergeven Ajax-team waren Mole
naar, Wijnberg en Van Geel ook nog eens door blessures af
wezig, en moest Ajax met een wel erg jonge ploeg aantre
den. Met Kieft (nog geen achttien) en Weggelaar (amper
twintig) in de spits kwam de meeste ervaring van Schoenaker
en het ook pas 22 en 24 jaar oude Deense duo Lerby-Arnesen.