1
SAGA
Aan het eind van dit seizoen zwaait Stefan Pettersson Ajax
vaarwel. In zes jaren Pettersson/Ajax is er een warme band
ontstaan tussen speler en club en vooral tussen speler en sup
porters. Pettersson is niet zomaar een Ajacied maar, de fans
zingen het terecht, een "echte". Deze driedelige Pettersson-
saga in Kick Off is een hommage aan de fantastische voetbal
ler en mens Stefan Pettersson.
Terug naar het prille begin. Een ijzig koude winteravond in
Göteborg, januari 1988. Thuis bij Stefan Pettersson, spits van
i": 3',{s 'rV'SKT*
KICK OFF
NR. 23 - 10
Stefan Pettersson in het shirt
van IFK Göteborg, de Zweed
se topclub waarvoor Stefan
tot aan de zomer van 1988
uitkwam en waarmee hij in
1987 de UEFA-Cup won.
UEFA-Cup-hoi
lalia oloeaaenoi
Zwedens voetbaltrots en UEFA-Cup-houder IFK, rinkelt de te
lefoon. Vriend en voormalig ploeggenoot Peter Larsson aan
de lijn. Larsson heeft bij Ajax een balletje voor Pettersson op
gegooid en stelt hem op de hoogte van de Amsterdamse inte
resse. Een halfjaar later is Ajax een publiekslieveling rijker.
Ajax; Pettersson had de club in de twee jaren voor zijn komst
in Europees verband zien schitteren. Met name het verfijnde
spel van Arnold Mühren en de soepele slaloms van Johnny
van 't Schip hadden diepe indruk op hem gemaakt. Fraai
voetbal, grote historie en illustere voorgangers, luisterend
naar de namen Marco van Basten en John Bosman. Pettersson
wist wat hem te doen stond.
In de kleedkamer van De Volewijckers, de eerste sparring
partner van Ajax in de voorbereiding op het nieuwe seizoen,
krijgt hij voor de eerste maal het shirt met de rode baan aan
gereikt. Wanneer Pettersson zich, vervuld van trots, in zijn
nieuwe hemd wil hijsen, grist trainer Kurt Linder het shirt uit
zijn handen. De Zweed schrikt, begrijpt niet wat er loos is. Als
Linder hem vervolgens officieel welkom heet in de Ajax-fami-
lie, veel succes wensten feliciteert met zijn clubkeuze, breekt
een brede glimlach door op het gelaat van Pettersson. Hij
krijgt zijn shirt weer terug, trekt het deze keer zo snel moge
lijk over zijn schouders en kijkt in de spiegel. Stefan Petters
son is en voelt zich definitief Ajacied.
ZWEEDSE VONK
Tijdens zijn eerste jaar in Amsterdam rolt Pettersson van de
ene verbazing in de andere. De seizoenstart van Ajax is aller
belabberdst, Kurt Linder krijgt na zes weken zijn congé, een
week later treedt het bestuur af. Als vervolgens de FIOD zich
in De Meer meldt, is de chaos compleet. De commotie gaat
grotendeels langs Pettersson heen. De taalbarrière werkt in
zijn voordeel, met de ogen gesloten voor afleidende randza-
ken concentreert hij zich volledig op het voetbal.
En dat werpt zijn vruchten af. Tijdens zijn debuut (2-1 neder
laag bij Fortuna Sittard) had Pettersson de toon al gezet door
een hoge voorzet vanaf de linkerflank koeltjes te controle
ren, om vervolgens doeltreffend uit te halen. De topf itte
Zweed heeft dan in besloten kring zijn verwondering al uit
gesproken over de conditionele achterstand van zijn ploeg
genoten. Pettersson, hij stortte zich vanuit de zomerse
Zweedse, competitie rechtstreeks in het Nederlandse strijdge
woel, neemt het voortouw en sleept Ajax mee in zijn aanste
kelijke enthousiasme. De vonk slaat ogenblikkelijk over naar
de tribunes. De Amsterdamse fans sluiten de zwoegende
Zweed onvoorwaardelijk in hun Ajax-hart. Met zijn nimmer
aflatende inzet en positieve uitstraling personificeert Petters
son de hoop op betere tijden.
De 2-0 zege op PSV in het drijfnatte Olympisch Stadion luidt
de ommekeer in. Onder leiding van interim-trainer Spitz
Kohn herrijst Ajax uit de puinhopen en klautert van de veer
tiende naar de tweede plaats. Pettersson gaat voorop in de