RUKKENDE WIND PETER VAM VOSSEN Deel dertien van de serie Turfsteken, waarin Klaas Vos de Ajacieden onderwerpt aan een nauwkeurige, door cijferwerk onderbouwde analyse. In nummer 13 komt Peter van Vossen aan bod, de Ajacied die werd geturfd in de wedstrijd Ajax-Cambuur Leeuwarden. KICK OFF NR. 22 - 25 Op het moment dat ik dit schrijf, gaat het niet goed met onze club. Wat nog een tijdje verhuld kon worden, is laat stelijk keihard aan het licht gekomen: onze jongens zijn uit vorm. Net in deze moeilijke periode heeft Peter van Vossen voor het eerst zijn opwachting in de basis gemaakt: de uit wedstrijd tegen Sparta. De wedstrijd tegen Cambuur was zijn tweede als basisspeler. Het valt volgens mij so wie so niet mee om "nieuw" te zijn in een elftal dat niet draait, maar voor Van Vossen komt er een extra handicap bij. Hij heeft te maken met een doem, die als een soort demon in zijn buurt zweeft. Die doem is niet het vele blessureleed dat hem achtervolgde of de kapitale som die voor hem be taald werd en als een zware last op zijn schouders rust. Nee, die doem is de opvatting die je steeds hoort gonzen, dat Pe ter geen Ajax-speler zou zijn. Hij moet een spookbeeld wegballen. Mijn eigen opvatting is in deze heel simpel: Van Vossen heeft in het verleden laten zien dat hij voetballen kan; hij heeft het Nederlands elftal op beslissende momenten "ge red"; hij heeft zoveel nuttige energie in dat bonkige li chaam en Ajax heeft hem ingelijfd, dus vind ik dat wij hem als Ajacied in de armen moeten sluiten en achter hem gaan staan. In de hoop dat zijn energie het Ajax-vuur nog feller doet branden en hij ook ons redt, wanneer dat nodig mocht zijn. Welnu, tegen Cambuur was het nodig en Peter redde ons. Een fataal lijkende achterstand werd vooral dankzij hem nog in een winst omgebogen. In de eerste helft is hij 31 keer aan de bal, in de tweede helft slechts 20 keer. Maar juist na de thee is zijn zwoegen het meest effectief en lonend. Zijn spel is dan ook doelge richter, wat natuurlijk samenhangt met zijn verhuizing in de achtste minuut van de linkerflank naar de spitspositie. In de eerste helft waren er nog wel eens gevaarloze balle tjes breed of terug, was het passeren nog al eens een (te) lastige klus (Uhlenbeek was een geduchte tegenstander) maar ook toen scoorde Van Vossen mijns inziens een vol doende. Er waren bovendien een paar briljante acties te be wonderen. Maar het was in de tweede helft dat hij tot Man of the Match uitgroeide. Van Vossen doet mij denken aan een rukkende wind, die vervaarlijk sjort aan boomtakken en luiken; aan een storm die bonkt en beukt. Hij doet me ook aan Schoenaker den ken, ook al zo'n onverwoestbare. Het was mooi om te zien hoe na het derde doelpunt de woeste storm veranderde in een groot blij kind. Ontroering maakte zich van mij meester en ik dacht: op deze manier hoop ik dat je nog langer bij ons zal blijven horen. Klaas Vos Foto: Louis van de Vuurst

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1994 | | pagina 24