AMSTERDAMSE TONCVAL IN DE COFFERT JEFFREY KOOISTRA KICK OFF NR. 21 - 6 Hij stamt uit de lichting van Dennis Bergkamp en Bryan Roy. Terwijl zijn twee voor malige ploeggenoten in de Italiaanse Serie A ronddarte len beproeft Jeffrey Kooistra zijn geluk bij NEC, eerste di visionist te Nijmegen. Van avond keert de ras-Amster dammer voor eventjes terug bij zijn oude jeugdliefde. Op vijf minuten rijden van huis. Hij heeft Amsterdam nooit los kunnen laten. "En dat is maar goed ook", vindt Jef frey Kooistra. "Want anders had ik het afgelopen jaar drie keer met mijn bankstel op m'n rug gelopen." Kooi stra doelt op het onvoor spelbare karakter van zijn loopbaan, waardoor hij de laatste twaalf maanden bij liefst vier verschillende clubs verzeild raakte. Maart vorig jaar startte de centrale mid denvelder zijn rondje langs de velden met de overstap, op huurbasis, van Volendam naar Haarlem. Met een chro nisch gebrek aan zelfver trouwen meldde Kooistra zich bij de Roodbroeken, waar hij zich aanvankelijk een plaats bij de eerste zestien tot doel stelde. De wind blies hem aan de Jan Gijzenkade echter vol in de rug en Kooistra werkte zich in enkele weken op tot de man 'op tien' en aan voerder. Waarop Heerenveen het vederlichtgewicht, 1.71 meter om 64 kilo, naar het Friese Haagje lokte. Met mede- Noordhollanders Piet Keur, Michel Doesburg en Leeroy Ech- teld toog Kooistra elke dag met een bestelbusje naar Heer enveen. Lachen, gieren, brullen, daar niet van, maar op het sportieve vlak belandde de technicus op een dood spoor. Hij was en bleef de twaalfde man. KIEZEN VOOR NEC "In oktober heb ik min of meer een breuk geforceerd", ver telt Kooistra met een flinke Amsterdamse tongval. "Ik wei gerde nog langer op de bank plaats te nemen. Toen in voet balland bekend werd dat ik te huur was belden er gelijk vier, vijf clubs. De keuze viel dus op NEC." "Ik vond NEC vroeger echt een rotploeg om tegen te spelen. Ontzettend stug en makkelijk scorend. Dat geldt ook voor de huidige ploeg. Plus dat de meeste jongens al heel lang samenspelen, dat is natuurlijk ook een groot voordeel. Ik denk dat we op dit moment kunnen wedijveren met de nummers veertien tot en met achttien van de eredivisie. Dat we het tot de halve finale voor de beker hebben geschopt zegt me niet zo veel. We hebben erg veel mazzel met de lo ting gehad." Voor de loting van de halve finales legde Kooistra de drie mogelijke opponenten even op de weegschaal. De balans sloeg door naar Ajax, zijn ouwe duppie. "Sportief gezien had ik Feijenoord het liefst gehad. Die schat ik voetballend gezien even hoog in als NAC, maar bren gen weer wat meer publici teit met zich mee. En Ajax, ja, dat leek me het aller mooiste. Met Volendam vond ik het ook altijd wel la chen om in de Meer tegen ze te spelen. Toen had ik nog geen rijbewijs, stond ik na afloop van de wedstrijd tussen de Ajax-supporters op bus 120 te wachten, met m'n Volendam-tas op m'n nek. Lekker dollen met die gasten, schitterend." "IK KWAM TEKORT" Alleen de ware fijnproever herkende die avond bij de bushalte in Kooistra dat klei ne mannetje, dat in zijn jongste jeugdjaren op Voor land rondhuppelde. Binnen gerold via de instuif hield Kooistra zich bij Ajax tot de B-ju- nioren staande. "Het mooiste wat je als klein ventje kan overkomen", zegt hij over zijn verblijf op Voorland. "Ik had zelf wel door dat ik iets tekort kwam voor dat niveau. In de kleedkamer werd het ons altijd al voorgehouden. Uit deze groep zullen er twee ooit tussen die vier lichtmasten hier spelen, zeiden ze dan. Dan zag je iedereen om zich heenkij ken, naar de speiers de daar de meeste kans op maakten. Bergkamp en Roy uiteraard, maar aanvoerder in die tijd was Michel Zulsters. Een fantastische voetballer, ik wist zeker dat hij het ook zou gaan redden. Maar er is nooit meer wat van hem vernomen. Zo zie je maar, het gaat om veel meer dan techniek alleen. Ikzelf kreeg te horen dat ik fysiek tekort kwam. Omdat ik dat zelf maar al te goed wist was het ook geen verrassing toen ik werd weggestuurd. Ik moest bij Hans Bijvank in de bestuurskamer komen, toen wist ik al hoe laat het was." Van rancune is geen enkele sprake, laat staan van revanche- gevoelens. Kooistra: "Van Foppe de Haan heb ik bij Heeren veen een mooie levensles meegekregen. Die zegt altijd, dat je elke ochtend in de spiegel moet durven kijken om te kij ken wie je bent en wat je doet. Als ik dat doe, zie ik dat ik gewoonweg tekort kom voor het niveau van Ajax. Daar moet je verder niet moeilijk over doen. Ik vind het allang mooi dat ik vanavond in de halve finale voor de beker tegen ze kan spelen. Vanaf de avond van de loting verheug ik me er al op." Simon Zwartkruis

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1994 | | pagina 6