WAT EEN WEDSTRIJD VITESSE ROLLS ROYCE AJ AX-VITESSE 1972 DUBBELE CIJFERS OP WEG MAAR HONDERD De hoop van Vitesse op eni ge clementie van de be roemde landgenoten was vooral gestoeld op de aan wezigheid van doelman Gert Bals, die twee jaar eerder nog aanvoerder was van Ajax, en van Kootje Prins, die al wat langer geleden dezelfde functie had bekleed. Bals was er echter al een paar weken uit de roulatie door een blessure, zodat Dick Beukhof de Ajax-storm moest zien tegen te hou den. Aan die rol zal hij met weinig plezier terugdenken. Aanvankelijk leek het nog wel mee te vallen: Ajax had wel de verwachte veldmeerderheid, maar stond in de afwerking nog niet op scherp. Na een half uur had alleen Nees- kens gescoord, alvorens de ze prestatie te herhalen, en nadat ook Johan Cruijff tweemaal het net had ge vonden, kon Vitesse met een 4-0 achterstand gaan rusten. Dat leek gezien de omstandigheden nog wel te verdragen. In de kleedka mer echter berekenden de Ajacieden dat ze nu 96 doel punten hadden gescoord, en meenden dat het wel een fraaie afsluiting van de compe titie zou zijn als de honderd werd volgemaakt. Dit laadde de accu nog eens extra op, en vlotjes ging de bal van voet tot voet. Na twee minuten scoorde Cruijff, weer twee minuten later Dick van Dijk, en weer twee minuten later zette die- KICK OFF NR. 16 - 5 Er was weinig eer te behalen voor het eerwaardige Vites se toen ze uit de bus stapten op vrijdagavond 19 mei 1972. Het was de laatste wedstrijd van een seizoen waarin de Arnhemmers geen pot had den kunnen breken en conti nu onderaan de ranglijst hadden gebungeld. Een ne derlaag tegen NEC was een week eerder de nekslag ge weest, en dus moest Vitesse gedegradeerd en wel aantre den tegen Ajax. Ajax, dat het kampioen schap al een paar weken op zak had, de KNVB-beker had binnengehaald en alleen de Europa Cup-finale tegen In- ter nog tegoed had, waarin het het bezit van de belang rijkste beker van het conti nent zou kunnen continu eren. Nummer honderd in de com petitie 1971-1972 kwam van de voet van een Volendam- mer: Gerrie Mühren, die Ajax daarmee op 8-0 bracht tegen Vitesse. zelfde Van Dijk de teller op 99. Het meeturvende pu bliek perste de spreekkoren 'honderd, honderd' uit de longen, en Ajax begon het doel van Beukhof te bewer ken. Maar zoals zo vaak wanneer de wens te groot is, bleef de honderdste goal nog enige tijd uit. In de 63e minuut tenslotte schreef Gerrie Mühren met een droge knal dit wapenfeit achter zijn naam en daarmee was de score 8-0 geworden met nog bijna een half uur te gaan. Dat schreeuwde om een nieuwe recordjacht. Nog nooit sinds de invoering van het betaalde voetbal had Ajax in de competitie de dubbele cijfers gehaald, en het was zelfs al eenenveertig jaar geleden dat dat voor het laatst was gebeurd, al zal geen Ajacied dergelijke trivia in het hoofd hebben gehad. Zeven minuten na Mührens treffer eiste diens maatje Hulshoff zijn aandeel in de score op, iets wat hij onveranderlijk deed in dit soort schutters feesten, en daarna was het wachten op de tiende. Heel even werd de feestvreugde verstoord door Herman Veenendaal, die 9-1 noteerde. Drie minuten duurde de gematigde tevre denheid van Vitesse, toen gebeurde het onontkoombare en prikte Johan Cruijff de toch wel historische treffer achter Beukhof: 10-1. En nog was de beker met gal niet leeg voor Vitesse: Van Dijk en Neeskens scoorden beiden nogmaals, en zorgden zo voor een recordscore: 12-1; de hoogste produk- tie die ooit in de Eredivisie was bereikt, en een evenaring van het algehele record in het betaald voetbal van Roda JC, dat op 18 mei 1964 het arme LONGA, in eigen huis nog wel, met 12-2 had afgedroogd. Het arme Vitesse kon zich er niet echt druk over maken: de krachtsverschillen die het hele seizoen al hadden gegolden, waren in deze ene wedstrijd samengeperst, en misschien zijn de gevleugelde woorden van Feyenoords voormalige voorzitter Kieboom nog wel even gevallen bij de Arnhem mers: als je dan toch moet worden overreden, dan maar lie ver door een Rolls Royce dan door een boerenkar. Evert Vermeer

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1994 | | pagina 5