EEN WONDERBAARLIJKE GENEZING ROB ALFLEN KICK OFF NR. 7 - 10 Op de eerste dinsdag van september droeg hij eindelijk weer eens het Ajax-shirt. Weliswaar voor een "wedstrijdje" van het tweede elftal tegen de reserves van Sparta, maar toch. Rob Alflen komt er aan. Hij is verrassend snel volledig her steld van een hernia en hij wil in het seizoen waarin zijn contract afloopt, laten zien dat hij geen Utrechtse brekebeen is, maar een bruikbare middenvelder. "Anders kan het wel eens afgelopen zijn bij Ajax", stelt Rob. "Personeel dat drie kwart van de tijd ziek is zou ik er ook uitgooien." Dat blessureleed een vorm van overmacht is, doet er vol gens Rob Alflen weinig toe. "Natuurlijk heb ik in de afgelo pen twee jaar wel waarde voor Ajax gehad. Vooral in de Europa Cup-wedstrijden. Dat weet ik. Maar Ajax is een be drijf dat winst moet maken, ze betalen mij een goed salaris en willen daarvoor natuurlijk wel iets meer terugzien dan tot nu toe het geval is geweest." Het klinkt nuchter uit de mond van de man die sinds zijn komst in De Meer, in de zomer van 1991, plotseling werd geconfronteerd met een grote serie lichamelijke ongemak ken. Het laatste, een hernia, velde hem vorig seizoen in de uitwedstrijd tegen Vitesse. Dat was op 28 maart. "De we ken ervoor was ik steeds erg moe", herinnert Rob zich, "Ik begon steeds minder te spelen. Mijn benen, mijn rug, alles voelde na een wedstrijd ook heel stijf aan. Nadat ik tegen Vitesse met een liesblessure ben uitgevallen, bleek uit een onderzoek dat het allemaal uit mijn rug kwam. Ik kreeg een ligkuur voorgeschreven en moest tien dagen plat lig gen. Achteraf was die ligkuur, waarin je helemaal niets mag doen, erger dan de latere operatie." OPEREREN ONVERMIJDELIJK Die ligkuur leverde weinig op. Een operatie bleek toch on vermijdelijk. Alflen: "We hebben die operatie zo lang mo gelijk uitgesteld en door de rust van de vakantie ging het ook wel wat beter, al heb ik thuis altijd gezegd dat ik toch geopereerd zou moeten worden. Dat voelde ik gewoon. De eerste dag van de voorbereiding kwam ik nog wel door, maar toen we op de tweede dag aan positiespelletjes be gonnen ging het helemaal mis en kon ik linea recta naar het VU-ziekenhuis om geopereerd te worden." Het werkte bevrijdend. "Mijn ouders waren nerveuzer dan ik", lacht Rob nu. "Ik was zelfs blij dat het ging gebeuren. Je leeft voor het voetbal, daar doe je alles voor. En ik had het gevoel dat ik dat pas weer goed kon doen na een ope ratie. Als ik geen voetballer was geweest had ik mij waar schijnlijk niet laten opereren. Nu wel." TWIJFEL "Er is tijdens de operatie een stukje tussenwervel wegge sneden," gaat Rob Alflen door. "Daardoor heeft de zenuw meer ruimte gekregen. De chirurg die eerst twijfelde of het nodig was om te opereren zei achteraf dat het maar goed was dat we toch hebben geopereerd. Het was toch ernsti ger dan gedacht. Dat ik na drie dagen alweer mocht fietsen was heerlijk. Eindelijk kon ik weer wat doen." Na tien dagen in het zieken huis te hebben vertoefd mocht Rob op vrijdag naar huis en startte de daarop volgende maandag met de revalidatie bij Ajax met fiet sen en zwemmen. Na een week werd het eerste duur- loopje gemaakt. "Na die eerste geslaagde duurloop werd het pas echt leuk", vertelt Rob Alflen, "omdat je weet dat het goed is en je je een doel kunt stellen." Het doel kon steeds worden bijgesteld. "De revalidatie ging wonderbaarlijk snel", zegt Rob, "binnen de kort ste keren was ik samen met Bobby Haarms alweer met de bal aan het trainen. En het had nog sneller kunnen gaan, wanneer de chirurg niet zo voorzichtig was ge weest. Voor mijn gevoel was ik al een week eerder in staat om met het tweede elftal te kunnen voetballen, maar daar kreeg ik geen toestemming voor." De wonderbaarlijke gene zing van Rob Alflen ontging ook een Ajax-supporter die aan de rand van het veld stond te kijken niet. Alflen: "Op een gegeven moment loopt er een man het trai ningsveld op en begint te gen Bobby Haarms: "Ik snap er niks van. Mijn vrouw is negen maanden geleden aan een hernia geopereerd en ken d'r stoel nog niet uit- komme! Die Alfle loopt na drie weken alweer as een kievit. Hoe ken dat nou?" Het lachende gezicht van Robbie duidt erop dat hij er aan komt. Maar hij weet ook dat het geen gemakkelijke opgave wordt om zomaar basisspeler te worden. "Op de rechtshalf- plaats staat Frank Rijkaard", besluit Rob, "daar kan nie mand om heen. En hoewel hij een concurrent voor mijn po sitie is, vind ik het schitterend met hem in één selectie te zitten. Toen ik twaalf was zat ik op de tribune naar hem te kijken en nu mag ik met hem samenspelen en van hem Ie-

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1993 | | pagina 10