maar verder schuwt Neeskens al jaren het voetlicht van het grote voetbal. TONNY BRUINS SLOT Als voetballer speelde Bruins Slot, zoon van een befaamd DWS-er, met AZ '67 slechts een viertal wedstrijden in de Eredivisie alvorens een blessure zijn carrière afkapte. Na een succesvolle periode als assistent-coach bij FC Amster dam werd Bruins Slot als jeugdtrainer bij Ajax aangesteld, waar hij na de komst van Cruijff als vaste rechterhand van de voormalige stervoetballer fungeerde. De combinatie be viel beiden dusdanig, dat met Cruijff ook Bruins Slot uit De Meer verdween en in Camp Nou weer opdook. RONALD KOEMAN Een echte Ajacied is Ronald Koeman nooit geweest, maar hij had tussen 1983 en 1986 drie goede jaren in De Meer, waar hij als voormalig wonderkind van FC Groningen naar toe kwam en waarin hij zijn plaats in het Nederlands Elftal definitief veilig stelde. Na die drie jaar verhuisde hij samen met Gerald Vanenburg naar PSV, wat hem veel populariteit in Amsterdam kostte maar veel geld en nieuwe roem ople verde. In Eindhoven verschoof hij van het middenveld naar het centrum van de verdediging en perfectioneerde hij zijn lange trap. Dat laatste instrument viel in de smaak van Cruijff, die hem in 1989 naar Barcelona haalde, drie jaar na dat hij hem opvallend makkelijk bij Ajax had laten vertrek ken. Bij Barcelona, met zijn constant overschot aan buiten landers, is de plek van Koeman nooit ter discussie geweest. RICHARD WITSCHGE er nooit uitgekomen. In 1991 haalde Cruijff de door zijn (te?) lakonieke houding bij Ajax enigszins buiten de boot gevallen Witschge voor een fikse transfersom naar Barcelo na. Als vierde buitenlander na Koeman, Stoichkov en Lau- drup wist Witschge zich niet het eerste elftal in te vechten, en na twee jaar voornamelijk op de bank te hebben geze ten begint hij deze zomer aan een nieuwe start, bij Giron- dins de Bordeaux. iORDI CRUIJFF Een verrassende toevoeging aan de lijst van Barceloneze Ajacieden? Nee, toch niet. Reeds in de tijd dat zijn vader als technisch directeur bij Ajax aan de slag was, zat het er voor de -toen nog piepjonge- Jordi Cruijff in dat hij het ver zou kunnen schoppen in het voetbal. Natuurlijk werkt de ach ternaam niet direct positief, daar iedereen hem meteen wil vergelijken met iemand die onvergelijkbaar was als voetbal ler: zijn vader. Inmiddels is Jordi negentien jaar en hij voet balt in de tweede divisie van Spanje bij Barcelona Atletico, het filiaalelftal waar hij getraind wordt door de vroegere Spaanse international, Manuel Asensi. Zijn technische capa citeiten zijn uitstekend. Met links en rechts trapt hij even makkelijk en zijn overzicht is ook meer dan voldoende. Wat zijn trainers nog voor verbetering vatbaar achten is zijn mentaliteit. Jordi, die zijn voornaam -heel Spaans- als zijn voetbalnaam gebruikt, speelt het liefst onder het Nummer 6, bij Barcelona tevergelijken met de rol van Bakero. Evert Vermeer KICK OFF NR. 1 - 24 De voorlopig laatste Nederlander die naar Barcelona over stapte is tevens de minst succesvolle geweest. Bij Ajax was de jongste van de twee voetballende zoons van Blauw-Wit- ter Piet Witschge een aantal jaren het absolute talent, maar ondanks zijn onmiskenbare kwaliteiten is het grote succes ;rv Jordi Cruijff speelde in de jeugdelftallen van Ajax en voetbalt nu in het filiaal van Barcelona in de Spaanse tweede divisie.

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1993 | | pagina 23