O u RUBBERGRAS Ajax' wedstrijd van vorige week zondag tegen FC Twente was er eentje om heel snel te vergeten. "Gelukkig" was ik er niet bij, en nadat ik de uitslag hoorde ben ik snel "ver geten" dat om kwart voor zeven Studio Sport begon. Maar ik kan mij er wel iets bij voorstellen. Het einde-sei- zoen-virus slaat overal weer toe. Niet alleen in de wed strijden waarin niets meer op het spel staat, ook de duels met enig belang ontkomen niet aan het virus. De bal blijft hangen in het vette gras. De voetballers struikelen alsof iemand de veters van allebei hun schoenen aan elkaar heeft geknoopt. Met moeite kunnen zij hun balans her stellen maar de bal zijn ze kwijt. Voor eventjes, want ook hun tegenstander verslikt zich met de bal aan de voet in het gras. Ze beseffen dat ze er belachelijk uitzien maar zijn kansloos in het ongelijke gevecht tegen het zomer gras. Het lijkt wel rubber. Ze vervloeken de geplastificeer de bal die voor een extra remwerking zorgt. De zon warmt in het kuipje van het stadion. Scherp reflec teert de zon in de scheef geplaatste reclameborden. O, wat zitten de mensen er gezellig bij, met hun mouwen opgestroopt en zonnebrillen op. De speler die net is ge struikeld over de bal krijgt een herkansing. Deze keer zal hij zich niet laten beetnemen. Niet aannemen/niet drib belen. Wegschoppen dat ding. Hij wil flink uithalen maar het noppenstaai verliest het ook al van het taaie gras en de bal botst tien meter verderop tegen de knie van een tegenstander, stuit een andere kant op, hobbelt via een kuiltje over een uitgestoken voet en rolt over de zijlijn. In- worp. Maar voor wie? De voetballers kijken om zich heen. Gelaten wachten ze op het vlagsignaal van de grensrech ter. Die denkt gapend aan de lange reis terug naar Maas tricht en heeft ook niet gezien door wie de bal het laatst is aangeraakt. Met tegenzin werpt één van de spelers. Hij weet de bal op het hoofd van een tegenstander te mik ken. Nieuwe inworp. Zomeravondvoetbal op zondagmid dag. Landerigheid beheerst de dag. Slome, lome zondag aan het eind van het voetbalseizoen, leder jaar hetzelfde, ie der jaar schijnbaar onontkoombaar. Je weet dat het gaat komen maar hoe je ook probeert om je geest te dwingen tot concentratie, het lukt niet. De loomheidsfactor en het einde-seizoen-virus zijn sterker. En dat terwijl je de dag ervoor nog zo heerlijk getraind had. Niet te hard, maar lekker spelen met de bal. Toen remde het gras niet, toen waren de zonnestralen een bekoring en zoefden de pas ses machtig strak naar de voet van je partner, veertig me ter verderop. Het vereist een speciale instelling om het einde-seizoen-vi rus te bekampen. Een bijna venijnige concentratie, die je op zich al naar boven moet dwingen, want hij houdt zich het liefst schuil. Ook de factor plezier is belangrijk. Lol hebben in hetgeen je doet verdrijft de angst voor het ein- de-seizoen-virus. Maar zelfs met het plezier moetje op passen. De lol mag geen lolletje worden, dat werkt weer ondermijnend. Het is een spel van heel tere raaklijnen die bij niemand gelijk liggen. Een belangrijk bestrijdingsmiddel is de warming-up. Juist op de dag dat je voelt dat het virus door de lucht zweeft moet je die warming-up wat intensiever doen. Zorgen dat je even helemaal stuk zit en niet na twee korte sprintjes toegeven aan de verleidingen van de bal. Wanneer je je tijdens die warming-up zorgen maakt over de zwaarte van je benen maar dóórsprint en wanneer je je hebt geër gerd aan het stroeve gras, ben je op de goede weg. Dan is het haast onmogelijk dat je in de eerste vijf minuten van de wedstrijd nog verrast wordt door botsende ballen of door rubbergras. Terug in de kleedkamer na de warming- up voel je hoe het zweet langs je rug stroomt. Je blaast en knijpt met duim en wijsvinger een druppel water van de punt van je neus. Al heb je het benauwd, nog even aan houden dat trainingsjack, tot het sein van vertrek gege ven wordt. Wanneer je het jack dan uittrekt komt dat ais een bevrijding en wanneer je het veld opkomt duik je de frisse lucht in, in plaats van een zware atmosfeer. Er zijn ook factoren van buitenaf die het einde-seizoen-vi rus kunnen bedwingen. Avondwedstrijden bij kunstlicht bijvoorbeeld. Het gras wordt wat vochtiger en de bal stribbelt niet meer tegen. Wanneer de avond is gevallen en het kunstlicht aangaat lijkt alles sneller te gaan. De kleuren zijn mooi en de gras mat geeft je voeten vleugels. Een andere factor waartegen het virus geen kans heeft is de speciale gelegenheid. Een Bekerfinale, om maar iets te noemen. Een wedstrijd in een echte cupsfeer. Veertigdui zend mensen in een stadion. Rood-witte en blauw-witte vlaggen. Hier en daar een plompebled. Het publieke ver langen naar een fijne wedstrijd waait over naar de spelers die door de stemming over het kwaad van het einde-sei zoen-virus worden getild. Wég rubbergras! De warming- up gaat luchtig geconcentreerd. Lol en vastberadenheid stromen door je bloed. Je kan niet wachten op de wed strijd, het lijkt alsof de eerste wedstrijd van het seizoen op het punt staat te beginnen. Ben Tornato KICK OFF NR. 23 - 19

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 1993 | | pagina 18