ONDER ELKAAR
KNOESTEN, SPIJKERS,
POEZEN EN BARTJE PELÉ
KAMPIOENEN
Voor wie dat soort zaken
niet zo precies bijhoudt, zal
het ongetwijfeld ais een ver
rassing komen dat Ajax van
daag niet de enige ex-lands-
kampioen is die in het veld
verschijnt. Ook de Volen-
dammers kunnen met recht
bogen op een kampioen
schap van Nederland.
Weliswaar maar eentje,
maar desalniettemin. Dat
die landstitel wordt gene
geerd in de stortvloed van
boeken en bladen die in de
loop van de jaren in Neder
land is verschenen, heeft
een simpele reden: de titel
is niet vergeven door de
KNVB.
KAMPIOENSCHAP
De RKSV Volendam, opgericht in 1920 onder de naam Vic
toria, speelde in de verzuilde vooroorlogse jaren in de apar
te rooms-katholieke voetbalbond, de IVCB. Daarin was het
één van de topclubs, en in 1935 greep het ongeslagen het
katholieke kampioenschap. In 1940 brak ook in ons land de
Nieuwe Orde uit, en één van de weinige nuttige dingen die
we daaraan overhielden was een fusie van alle bestaande
voetbalbonden in de KNVB, die het overigens voorlopig wel
zonder de K van Koninklijke moest stellen. Zo kwam ook
Volendam binnen het blikveld van de modale voetballief
hebber, aanvankelijk als tweedeklasser. Tweemaal werden
de oranjehemden in de promotiestrijd afgetroefd, door re
spectievelijk Stormvogels en EBOH. Het echte succes kwam
pas met het betaalde voetbal. Met een ploeg die vrijwel
volledig was samengesteld uit jongens van het dorp, haalde
Volendam in 1958 de finale van de KNVB-beker. Sparta,
met Volendammer Janny Schilder als spil, verhinderde dat
de beker aan de Dijk te pronk kon worden gesteld door
met 4-3 de finale te winnen.
EERSTE KEER EREDIVISIE
Een jaar later was het alsnog feest in het doorgaans zo
nuchtere dorp, toen de plaatselijke club (de enige) Leeu
warden definitief voorbleef en de Eredivisie binnenstapte.
Dat betekende wedstrijden tegen topclubs als Feyenoord,
DOS, Sparta, en niette vergeten Ajax. Op 18 april 1960
speelden de volgende elf Volendammers voor het eerst in
de Meer: Jaap 'Aaltje' Keizer, Klaas Karregat, Jaap 'Des'
Molenaar, Dirk Zwarthoed, Jan Tol (de Lange), Gerrit Zwart-
De Heen en l/l/eer vaart uit,
dit keer (1970) versierd met
vlaggetjes en bloemen, dus
is er een kampioenschap te
vieren. Voorin de schuit her
kennen we Wimpie Kwak
man, trainer Hans Croon en
Arnold Mühren.
KICK OFF
NR. 17 - 5
hoed, Wim Kras, Bart Kes (Bartje Pelé), Thijs Bond (de Kou-
we), Henk Jonk (de Spijker; familie van, inderdaad) en Har-
men Veerman (de Poes). Veel plezier hadden die elf niet in
de wedstrijd. Na amper een kwartier stond het al 4-0, en
tenslotte kreeg Volendam met 9-0 om de oren. Aan het
eind van het seizoen degradeerde Volendam, om een jaar
later alweer terug te zijn. Een beweging die de club de
eerstkomende twintig jaar regelmatig zouden herhalen; de
botter 'Heen en Weer' werd spreekwoordelijk.
PAK SLAAG
De tweede ervaring in het Ajax-stadion was nauwelijks be
ter dan de eerste, met als enige verschil dat Dick Tol, de le
gendarische 'Knoest', ditmaal tegenscoorde, maar 9-1 bleef
een stevig pak slaag. Maar daarna was het Volendams
beurt om te lachen: tweemaal werd naar huis teruggekeerd
met beide punten in de zak, eerst met Pelk en De Kouwe,
en een jaar later met De Knoest en De Poes als trefzekere
spitsen. Nog eenmaal zou Volendam bij Ajax winnen: in
1977 boog Volendam een 1-0 achterstand om. Dick Helling,
net die zomer overgekomen van Ajax, noteerde de gelijk
maker en Klaas Kwakman scoorde uit een pass van de on
berekenbare Frank Kramer 1-2. Een jaar later zette Ajax
met 7-3 de verhoudingen weer recht.
Inmiddels speelt Volendam alweer voor het zesde achter
eenvolgende seizoen Eredivisie, en zo lang heeft de club
het nog niet eerder uitgehouden. Sterker nog: van een eeu
wige degradatiebestrijder hebben de 'Wijdbroeken' (wij
zijn ook niet vies van een dicheetje meer of minder) zich
opgewerkt tot een heuse subtopper.
Evert Vermeer